e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L430p plaats=Einighausen

Overzicht

Gevonden: 2224
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gehucht gehucht: gehuch (Einighausen) gehucht [SGV (1914)] III-3-1
geit geit: gęi̯t (Einighausen) Geit in het algemeen. Ten aanzien van germ merken enkele informanten (L 292 (Heythuysen), Q 99 (Meerssen), 111* (Ransdaal)) op dat hiermee een vrouwelijke geit wordt bedoeld. Zie afbeelding 7. [N 77, 74; L 14, 32; A 9, 20; JG 1a, 1b; Wi 7; NE I, 16; AGV, m3; Gwn 5, 13; Vld.; monogr.; S, Q 105 add.; S 10, add.] I-12
geitestal geitestal: gęi̯te[stal] (Einighausen) De ruimte in de stal waar de geiten zich bevinden. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). [L 38, 29; A 10, 9g; monogr.] I-6
gejoel leven, het ~: lêve (Einighausen) gejoel [SGV (1914)] III-3-1
geknotte wilg kopwijde: kopwīe (Einighausen) de knotwilg (boom van het geslacht Salix) [DC 13 (1945)] III-4-3
gele kwikstaart kwikstaartje: kwikstertje (Einighausen) kwikstaart, geel [DC 26 (1954)] III-4-1
gele lupine lupinen: lǝpīnǝ (Einighausen) Lupinus luteus L. Een 30 tot 60 cm hoge plant met een uit gele, lipvormige bloempjes bestaande bloempluim, die bloeit van juni tot september, boonvormige vruchtjes draagt en vooral op zandgronden als bemestingsgewas wordt geteeld. [N Q, 4a; N 11A, 29a en 29b; JG 1a, 1b; A 55, 3b; NE 1, 18; R 3, 30; monogr.] I-5
geloof geloof: glouf (Einighausen) geloof [SGV (1914)] III-3-3
gelooven geloven: gluive (Einighausen) gelooven [SGV (1914)] III-3-3
gemakkelijk gemakkelijk: gemèkkelik (Einighausen), gemêkeluk (Einighausen), op zijn gemak: op zie gemaak (Einighausen) gemakkelijk [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || op zijn gemak [DC 02 (1932)] III-1-4