e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L430p plaats=Einighausen

Overzicht

Gevonden: 2224
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jood jood: jud (Einighausen, ... ) jood [SGV (1914)] III-3-1, III-3-3
judas judas: Opm. is scheldnaam voor valsaard.  Joedas (Einighausen) Judas [SGV (1914)] III-3-3
juffrouw juffer: joeffer (Einighausen), juffertje: jufferke (Einighausen) juffer [SGV (1914)] III-3-1
jumper vest: ves (Einighausen) jumper, damesvest met mouwen en knopen [N 23 (1964)] III-1-3
jurk kleed: kleit (Einighausen) jurk, japon, kleed van een vrouw [pon] [N 24 (1964)] III-1-3
kaak kaak: kaak (Einighausen, ... ) kaak [DC 02 (1932)] || Welk woord gebruikt men in Uw dialect ter aanduiding van het benige gedeelte van het hoofd, waarin de tanden en kiezen zitten? Hoe spreekt men het uit? [DC 27 (1955)] III-1-1
kaam kaam/kamen: kȳmǝ (Einighausen) Het wit gerimpeld of vlokkig vlies op wijn, bier, azijn, etc. dat wordt gevormd door een spruit- of gistzwam. [S 16; L 1 a-m; L 27, 53; monogr.] II-2
kaantjes krabben: krappe (Einighausen) reuzel [DC 17 (1949)] III-2-3
kaar kaar: kār (Einighausen) Trechtervormige bak boven de bovenste molensteen waarin het te malen graan wordt gestort. Zie ook afb. 78. [N O, 19i; N O, 41a; A 42A, 37; N D, 11; Sche 51; Vds 148; Jan 155; Coe 136; Grof 157; monogr.] II-3
kaardenbol kam: kem (Einighausen), kĕm (Einighausen) kaarddistel [SGV (1914)] || kaarddistel (VanDale: gew. ben.vd kaardebol) [SGV (1914)] I-7, III-4-3