33443 |
beschermstenen of -palen |
schamppalen:
šamppø̜̄l (L430p Einighausen),
(enk)
šamppǭl (L430p Einighausen)
|
Beschermstenen van natuursteen of dikke houten beschermpalen (soms ook wel van ijzer) worden geplaatst schuin tegen zijkanten van poorten en tegen hoeken van muren of tegen brugleuningen om beschadigingen door voertuigen te voorkomen. Bij boerderijen komen ze vooral voor aan schuurpoorten en ingangspoorten (van de gesloten hoeve). Soms dienen de stenen of palen ook als steun voor de muur waartegen ze rusten. Meervoudige opgaven benoemen de beide beschermstenen of -palen aan weerskanten van een opening. Zie ook afbeelding 18.a bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 43a; monogr.; add. uit N 4A, 42f]
I-6
|
18378 |
beugeltas |
beugeltas:
beugeltèsj (L430p Einighausen)
|
tas, sierlijke ~ met beugel die men s zondags op de overrok draagt [beugeltes] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
24561 |
beuk |
beuk:
buik (L430p Einighausen)
|
beuk [SGV (1914)]
III-4-3
|
33361 |
bewaarplaats van bieten en groenvoer in de stal |
voerhoek:
vǫu̯ǝrhǫu̯k (L430p Einighausen)
|
De plaats in de stal waar bieten en groenvoeder worden bewaard voor direct gebruik. De grote voorraad bevindt zich buiten de stal. De in de stal bewaarde hoeveelheid is voldoende voor enkele keren voederen. Sommige woordtypen benoemen niet een specifieke opslagplaats voor bieten en groenvoeder, maar duiden in het algemeen de ruimte aan waarin men dit voeder opslaat. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden (voerhuis), (voederij), (voerij) en (voerderij) het lemma "voorstal, voedergang" (2.2.5). [N 5A, 34c]
I-6
|
19613 |
bezem |
bezem:
bɛsəm (L430p Einighausen),
borstel:
schj - als in duits schule
beušchjtel (L430p Einighausen),
straatbezem:
schj - als in duits schule
šchjtraotbessem (L430p Einighausen)
|
bezem [SGV (1914)] || bezem (soorten) [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
21299 |
bezoek |
bezoek:
bezuik (L430p Einighausen)
|
bezoek [SGV (1914)]
III-3-1
|
17996 |
bibberen |
razelen:
Wordt eerder gebruikt voor oude mensen en voor mensen die niet stil kunnen zitten t.g.v. een zenuwziekte.
razele (L430p Einighausen),
rijderen:
rieëre (L430p Einighausen)
|
bibberen, bibberen [SGV (1914)]
III-1-2
|
23200 |
bidden |
beden:
bêe (L430p Einighausen)
|
bidden [SGV (1914)]
III-3-3
|
23201 |
biechten (gaan) |
biechten (gaan):
Opm. opmerkelijk dat dit woord in ons dialect vaak wederkerend gebruikt wordt: "zich bichten".
bichte (L430p Einighausen)
|
biechten [SGV (1914)]
III-3-3
|
21270 |
bieden |
bieden:
beije (L430p Einighausen)
|
bieden [SGV (1914)]
III-3-1
|