e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Einighausen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
streng (bn.) strang: sjtrang (Einighausen) streng (bijv. nw.) [SGV (1914)] III-1-4
streng garen [cf. wld ii.7: 24-25] strang: sjtrank (Einighausen) streng (garen) [SGV (1914)] III-1-3
stro struu: štrø̄ (Einighausen) Halmen van gedorst koren. De algemene benaming. Zie ook de toelichting bij paragraaf 6.4. [JG 1a, 1b, 2c; L 7, 60a; R [s], 6; S 36; Wi 4; monogr.; add. uit N 5, 83] I-4
stroef sleeuw: sjlee tĕnj (Einighausen), slee tenj  slee (Einighausen), stijf: eine stieve man (Einighausen) sleeuwe tanden [SGV (1914)] || stroef [DC 26 (1954)] || stroef (een ~ man) [SGV (1914)] III-2-3, III-3-1
stronk van een struik knorvel: knórvəl (Einighausen), wortelvotje: wórtelvötje (Einighausen) wortelklomp van een struik [N 27 (1965)] III-4-3
stronk, boomstronk vot: vot (Einighausen) Wat blijft staan, de stomp met wortels, als een boom omgehakt is. [N 27, 8a; R 3, 2; Wi 11; L 7, 59; L B2, 343; Vld.; monogr.] I-8
stronk, stengel van koolplanten koolstronk: keulsjtrunk (Einighausen) koolstengels die op het veld blijven staan [N Q (1966)] I-7
strooien strooien: štrø̜i̯ǝ (Einighausen) Hooi of stro onder het vee spreiden. [S 36; L 7, 61b; R(s] I-11
strooien dak strooien dak: štrø̄ǝn dāk (Einighausen) Dak dat met stro gedekt is. Zie ook de lemmata 'Gedreven dak' en 'Gespreid dak'. [S 36; monogr.; Vld.] II-9
strooien dameshoed strohoed: sjtreuhout (Einighausen) dameshoed, strooien of uit fijne houtvezel vervaardigde ~ [spannen-, boerinnenhoed] [N 25 (1964)] III-1-3