34155 |
verdrogen |
verzijen:
(de koe) vǝrzīt (L430p Einighausen)
|
Minder melk gaan geven wegens drachtigheid. [N 3A, 72a]
I-11
|
34167 |
verdroogde kalf |
verdroogd kalf:
vǝrdrøi̯xt kawf (L430p Einighausen),
waterkalf:
wātǝrkawf (L430p Einighausen)
|
Kalf dat na afgestorven te zijn zonder bederf in de baarmoeder blijft zitten. [N 3A, 42]
I-11
|
19597 |
vergiet |
groenteschotel:
gruinteschootel (L430p Einighausen),
zij:
Korte klank.
ziej (L430p Einighausen)
|
Vergiet. Hoe noemt men de van gaten voorziene schotel (gemaakt van aardewerk, email of blik), die wordt gebruikt om b.v. gewassen groente te laten uitdruipen? [DC 14 (1946)]
III-2-1
|
21412 |
verhaal |
vertelseltje:
vertelselke (L430p Einighausen)
|
verhaal; aan wie heeft hij dat nieuwe - verteld [DC 03 (1934)]
III-3-1
|
34171 |
verkeerd liggen |
een kronkel in de baarmoeder hebben:
een kronkel in de baarmoeder hebben (L430p Einighausen)
|
Verkeerd liggen in de baarmoeder door een slag in de baarmoederhals, gezegd van het kalf. [N 3A, 49]
I-11
|
18074 |
verkouden |
verkoud:
ich ben verkaut (L430p Einighausen),
versnopt:
ich ben verschùp (L430p Einighausen)
|
Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben ~ [DC 27 (1955)]
III-1-2
|
34165 |
verlopen |
zich verlopen:
(de koe heeft) ˲sex vǝrlǫwpǝ (L430p Einighausen)
|
Na korte tijd van dracht een misgeboorte hebben, gezegd van de koe. [N 3A, 39a]
I-11
|
34233 |
verse koe |
versgekalfde:
vēšgǝkawfdǝ (L430p Einighausen)
|
Koe die pas gekalfd heeft en aan een nieuwe melkperiode begint. [N 3A, 60]
I-11
|
18709 |
versierde schouderdoek |
voile (fr.):
vaal (L430p Einighausen, ...
L430p Einighausen)
|
schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal] [N 23 (1964)] || Schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal]. [N 23 (1964)]
III-1-3, III-3-3
|
17625 |
verstandskies |
verstandtand:
verštendjtendj (L430p Einighausen)
|
verstandskies (oogtand, baktand) [DC 01 (1931)]
III-1-1
|