e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Einighausen

Overzicht

Gevonden: 2224
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
broeden, op eieren zitten broeden: brø̜i̯ǝ (Einighausen) [N 19, 45; N 19, 44d; Vld.; S 5; L 1a-m; L 22, 22; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
broedende kip op eieren broek: bruk (Einighausen), proek: pruk (Einighausen) [N 19, 43a; JG 1a, 1b, 2c; L 14, 21; A 6, 1c; S 5; L B2, 320; monogr.] I-12
broeder broeder: brouwer (Einighausen) broeder [SGV (1914)] III-3-3
broederschap broederschap: broederschöp (Einighausen) broederschap [SGV (1914)] III-3-3
broeds broeds: bruts (Einighausen) Op de vraag "Wat zegt u tegen "broeds" in uw dialect?" antwoordt een aantal informanten met een omschrijving. Deze antwoorden vindt men terug onder de als werkwoord aangeduide woordtypen. [N 19, 43b; L 22, 22; S 5; monogr.] I-12
broeibak broeibak: bruibak (Einighausen) [SGV (1914)] I-7
broek: algemeen boks: bŏks (Einighausen), bòks (Einighausen, ... ), broek: brouk (Einighausen) broek (kleedingstuk) [SGV (1914)] || broek in het algemeen [boks, sjmeek, brits] [N 23 (1964)] || broek met een split aan de voorkant [fluitjesbroek] [N 23 (1964)] || Hoe noemt men de broek (bovenkleeding)? Maakt men misschien onderscheid tusschen een klepbroek en een gewone broek? [DC 09 (1940)] III-1-3
broekland, moeras zomp: zömp (Einighausen) moeras [DC 02 (1932)] III-4-4
broekspijp boksenpijp: boksepiepe (Einighausen) pijpen van een broek [bokspijpe, broeksepejpe] [N 23 (1964)] III-1-3
broeksriem boksenriem: boksereim (Einighausen) band of riem waarmee de broek in de taille wordt opgehouden [boekreem, boekband, boksemband] [N 23 (1964)] III-1-3