e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q007p plaats=Eisden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gulden mis gulden mis: ai als baie  de gəjjəmais (Eisden) Gulden mis (op Quatertemper woensdag in de advent). [ZND 35 (1941)] III-3-3
gulp van een broek gulp: gölp (Eisden), gøləp (Eisden) dit split [N 59 (1973)] || gulp, met knoopjes te sluiten voorsplit [rötsj, fluitje] [N 23 (1964)] III-1-3
gunnen gunnen: gunne (Eisden) Ge moet hem dat geluk gunnen [ZND 24 (1937)] III-1-4
guste koe herloopse vaars: hɛrløi̯psǝ vɛi̯s (Eisden) Jong rund dat maar niet voor de eerste keer drachtig te krijgen is. [N 3A, 24] I-11
guur, kil en schraal weer killig (weer): killig (Eisden), killīg waeer (Eisden), koud (weer): kaut (Eisden), ai als in blaire  kaut wair (Eisden) kil [ZND 27 (1938)] || kil weer [ZND 27 (1938)] III-4-4
haag heg: ęk (Eisden) Omheining van levend hout ter afpaling van een erf of een stuk land. Men kent verschillende soorten hagen onder andere beukenhaag, elzenhaag, ligusterhaag, meidoornhaag, taxushaag en vlierhaag. [N 14, 62; RND 20; Wi 9; S 13, add.; Vld.; A 25, 4a; L 1a-m; L B2, 279; JG 1b, add.; L 32, 45; monogr.] I-8
haagappel haagappel: zie ook ZND01, a-m en u 79, apart ingevoerd  hagappel (Eisden) haagappel, kleine steenvrucht vd haag- of meidoorn [ZND 24 (1937)] III-4-3
haagwinde berwinde: bǝrwęnj (Eisden), klimop: klemǫp (Eisden), klimop (Eisden), -  klimop (Eisden), pispot: pispot (Eisden), verwinde: verwing (Eisden), vęrweŋ (Eisden), -  verwing (Eisden) Calystegia sepium (L.) R.Br. Zeer algemeen voorkomend onkruid vooral op bouwlanden en vochtige gronden, klimmend in heggen en dergelijke met een tot 3 meter lange, windende, vrijwel kale stengel en hart- tot pijlvormige bladeren. De grote klokvormige bloemen zijn wit (soms roze) van kleur. De plant bloeit van juni tot september en is meer bekend onder de naam pispotjes (Convolvulus sepium L.). Bij de naamgeving wordt vaak geen onderscheid gemaakt of vindt verwisseling plaats met de kleinere, kruipende akkerwinde (zie lemma Akkerwinde). De volgorde van de varianten van het type winde is: 1. de tweelettergrepige woorden; 2. in de eenlettergrepige naar klinker: /e - ē - ę - i/. Zie Pauwels 1933 en Brok 1991. [JG 1c, 2c; A 17, 6a; L 1, a-m; L 1u, 80; L 15, 5; S 11; monogr.; add. uit JG 1b] || haagwinde [Goossens 1b (1960)] || hagewinde [ZND 01 (1922)] I-5, III-4-3
haaks op de laag bergslag: bɛrxslāx (Eisden  [(Eisden)]   [Julia]) Gezegd van ondersteuningen. Men spreekt van "haaks op de laag" of "bergslag" geplaatste stijlen, wanneer zij loodrecht tussen dak en vloer zijn geplaatst. In het geval dat dak en vloer niet evenwijdig aan elkaar lopen, staan de stijlen "bergslag" als zij haaks onder het dak zijn gezet. [N 95, 295; monogr.] II-5
haaksplit haakse slip: hǭksǝ sløp (Eisden) Een split in haakse vorm. [N 59, 90a] II-7