| 17763 |
hoektand |
oogtand:
ougtan (Q007p Eisden)
|
oogtanden [ZND 07 (1924)]
III-1-1
|
| 22358 |
hoepel |
reep:
reip (Q007p Eisden, ...
Q007p Eisden)
|
Een hoepel (ijzeren of houten ring die door de kinderen voortgedreven wordt). [ZND 27 (1938)]
III-3-2
|
| 22359 |
hoepelen |
repen:
reipe (Q007p Eisden, ...
Q007p Eisden),
/
rijpe (Q007p Eisden),
rijpe mèt ne stek (Q007p Eisden),
weet geen juiste benaming in het A.N.
reipe (Q007p Eisden)
|
/ [SND (2006)] || Hoe heet: met zon ring [hoepel] spelen? [ZND 27 (1938)] || hoepelen [SND (2006)] || hoepelen met stok [SND (2006)]
III-3-2
|
| 18319 |
hoepelrok |
repenrok:
reͅipəroͅk (Q007p Eisden)
|
hoepelrok [reekerok] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
| 34619 |
hoepels van de huifkar |
repen:
ręi̯pǝ (Q007p Eisden)
|
Houten hoepels waarover de huif gespannen werd. De hoepels werden in krammen tegen de zijplanken bevestigd. Meestal waren er vijf, waarvan de voorste naar voren helde. [N 17, 74 + 99]
I-13
|
| 33034 |
hoeveelheid halmen voor een halve schoof |
opper:
ǫpǝr (Q007p Eisden)
|
In het zuiden van Belgisch Limburg waar met de zicht wordt gemaaid kent men het begrip "ongebonden halve graanschoof"; de maaier haalt met één keer inkappen en uitwinnen de hoeveelheid halmen voor een halve schoof bijeen. In de rest van het onderzoeksgebied komt het begrip niet voor. Zie ook de algemene toelichting bij deze paragraaf en kaart 19. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; Goossens 1963, krt. 29; monogr.]
I-4
|
| 18258 |
hoge hoed |
buis:
bys (Q007p Eisden),
chapeau-buse (fr.):
šapo bys (Q007p Eisden)
|
hoed, hoge ~, gedragen bij rouwgelegenheden [N 25 (1964)]
III-1-3
|
| 20448 |
hoge hoed bij begrafenis |
buis:
bys (Q007p Eisden),
chapeau-buse (fr.):
šapo bys (Q007p Eisden)
|
hoed, hoge ~, gedragen bij rouwgelegenheden [N 25 (1964)]
III-2-2
|
| 32445 |
hoge klomp |
schippersklomp:
šepǝrs[klomp] (Q007p Eisden)
|
Klomp met een hoge en lange, tot boven de wreef doorlopende kap. De klompopening sluit bij dit type klompen goed om de voet zodat er geen klompenriem nodig is. Zie ook afb. 259. Het woord(deel) klomp is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛklompɛ. De kapklomp die in en rond Venray (L 210) bekend was, was een luxe hoge klomp die versierd was met koperen spijkers. Hij was volgens het Venrays woordenboek (pag. 227), ondanks de hoge kap toch van een leren band voorzien en werd op zondag gedragen.' [N 24, 70b; monogr.]
II-12
|
| 18376 |
hoge klomp? |
schippersklomp:
šepərskloͅmp (Q007p Eisden)
|
klomp met hoge huif, hoge klomp, zonder riem gedragen [N 24 (1964)]
III-1-3
|