| 18628 |
hoge pet met opstaand bovenstuk |
zijden, een -:
zejə (Q007p Eisden)
|
pet met opstaand cylindervormig bovenstuk: het hoge model {afb} [hoge zeje] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
| 18352 |
hoge rijgschoen |
bottine:
botinə (Q007p Eisden)
|
rijgschoenen, hoge ~ voor dames [petiens, bottines] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
| 21966 |
hok om te paren |
kweekkot:
kwieèk-kot (Q007p Eisden)
|
een hok speciaal om er te paren en te broeden? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 22147 |
hokjes waarin een duivenmand verdeeld is |
hokjes:
hôêkskes (Q007p Eisden)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: hokjes waarin de duivenmand verdeeld is? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 22139 |
hoklijst |
hoklijst:
hokliest (Q007p Eisden)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: hoklijst, lijst waarop alle duiven moeten worden ingeschreven? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 24324 |
hommel |
hommel:
ook in ZND 01, a-m
hommel (Q007p Eisden)
|
hommel [ZND 27 (1938)]
III-4-2
|
| 25062 |
homp, brok, klont |
klot:
klot (Q007p Eisden),
kloͅt (Q007p Eisden)
|
kluit [ZND 28 (1938)]
III-4-4
|
| 19784 |
hond |
hond:
hônd (Q007p Eisden),
o.nt (Q007p Eisden)
|
hond [Goossens 1b (1960)], [ZND 21 (1936)]
III-2-1
|
| 19782 |
hondenhok |
hondskooi:
hoͅntskūi̯ (Q007p Eisden),
ōnskūəi̯ (Q007p Eisden)
|
hondenhok [ZND 38 (1942)]
III-2-1
|
| 21043 |
honing |
honing:
oniŋ (Q007p Eisden),
ō.neŋ (Q007p Eisden)
|
Produkt door de bijen uit bloemvocht of nectar bereid en afgezet in de cellen van de raten. Honing is een zoete stof die door mensen als voedingsmiddel wordt gebruikt. [N 63, 43b; N 63, 111; L 1a-m; L 35, 105; S 14; S 38, JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 128; A 9, 8; monogr.]
II-6
|