e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q007p plaats=Eisden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kast kast: kas (Eisden, ... ) kast [ZND 01 (1922)] || Leg die broden op de kast [ZND 05 (1924)] III-2-1
kast voor liturgische gewaden kazuifelkast: de kazuifelkast (Eisden), kazuifelkast (Eisden) De kast(en) waarin deze gewaden liggend worden opgeborgen. [N 96A (1989)] III-3-3
kat kat: kát (Eisden) kat [Goossens 1b (1960)] III-2-1
katapult katapult: catapult (Eisden) Hoe noemt men het speeltuig, bestaande uit een gevorkt takje, aan de uiteinden waarvan een elastiekje is vastgemaakt en waarmee jongens steentjes wegschieten? [Lk 01 (1953)] III-3-2
kathedraal kathedraal: de kattedraal (Eisden, ... ) Een kathedraal. [N 96A (1989)] III-3-3
katholiek kalot (<fr.): e’ne kalot (Eisden), kalotte (Eisden), katholiek (<fr.): eine katolīk (Eisden), e’ne katholiek (Eisden), kattenkop: e’ne kattekop (Eisden), kattekép (Eisden) Een katholiek: bestaat er een scheldnaam (vooral in verkiezingstijd gebezigd)? [ZND 27 (1938)] III-3-3
katoen katoen: kǝtūn (Eisden) Uit katoendraden geweven stof. Leverancier van de katoendraad is een kruid-, struik- of boomachtige plant ø̄voor het grootste deel verbouwd in Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Egypte (macco of mako), Oost-Indië, China, Ethiopië en Ruslandø̄ (Bonthond, s.v. ø̄katoenø̄). [N 62, 85; N 62, 77; N 62, 75c; N 59, 201; MW; L 1a-m; L 27, 73; L 41, 40a; S 17; monogr.] II-7
kattegat kattegat: katǝgāt (Eisden  [(ǝt katǝgāt ‚ēngōn = verdwijnen)]  ) Een al dan niet afgeschermde opening onder in de schuurpoort die katten in staat stelt om de schuur in te gaan om muizen en ratten te vangen. Blijkbaar wordt deze opening ook door kippen gebruikt. [N 4A, 42i; monogr.] I-6
kauw dooltje: deulke (Eisden) kerkkauw [ZND 27 (1938)] III-4-1
kauwen kapot bijten: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  kepot bieten (Eisden) kauwen [ZND 01u (1924)] III-2-3