e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
kast aankondigingskastje:   de kast (Venray), kas (Stein), achterste:   kas (Loksbergen), bijenhal:   kas (Meerssen, ... ), bijenkast:   kast (Achel, ... ), kást (Wimmertingen), kās (Horst), kāst (Meijel), (mv)  ka.stǝ (Hasselt), kastǝ (Borgloon, ... ), kástǝ (Wellen), kęs (Millen), kę̄s (Heks, ... ), kę̄ǝs (Membruggen), kɛs (Peij), blindenkast:   kas (Posterholt), bochel:   kas (Venlo, ... ), bok:   kas ([Eisden]), bouwval: Wat ¯n aw kas van ¯n hoes, van ¯ne wagel  kas (Maastricht), buik:   kās (Neerpelt  [(grote buik)]  ), doelpunt:   kas (Zolder), t Ès kás! Het is goal!  kás (Zonhoven), Vèèf goule-n in zen kas; t is wir kàs: weer een doelpunt.  kàs (Sint-Truiden), Z.o. kast 3.  kás (Zonhoven), Ze mokten ön gool. t War kas.  kas (Beverlo), dressoir:   kaast (Mheer), kas (Guttecoven, ... ), kast (Ophoven), kàs (Posterholt, ... ), etalage:   kas (Kerkrade), kàs (Doenrade, ... ), flambouw:   eene kas (Muizen), gebouw:   kāst (Gennep, ... ), getuigkast:   kas (Maasmechelen, ... ), kāst (Blitterswijck), gevangenis:   kaast (Blitterswijck), kāāst (Gennep), Van Dale: kast, 6. (gemeenz.) gevangenis.  kas (Echt/Gebroek, ... ), kāst (Horst, ... ), haverhok:   kas (Brunssum, ... ), kast (Rothem, ... ), huis:   kast (Waubach), huis, woning: bargoens  kast (Heerlen), kast:   kaas (Noorbeek, ... ), kaast (Meijel, ... ), kaos (Helden/Everlo), kas (\'s-Herenelderen, ... ), kas(t) (Schinveld), kast (\'s-Gravenvoeren, ... ), kaš (Eijsden), kaəs (Hoepertingen, ... ), kās (Arcen, ... ), kāst (Afferden, ... ), kāz (Horst), kāəs (Voort, ... ), ka͂s (Wellen, ... ), keͅi̯s (Zonhoven, ... ), kis (Noorbeek), kōͅst (Helden/Everlo, ... ), kást (As), káást (Middelaar), kâes (Arcen), \'ne Mechelse kas \'ne kas van \'n hoes hae zit in de kas  kas (Roermond), Enne kâs van \'n huus Nó de kermes ligge de muËs doeëd vur de kâs: gezegde, nadat men grote uitgaven heeft gedaan t.b.v. een feestelijke gebeurtenis Hij/Zij druËgt \'t kaesje òp de rug en schiet onder de kâs: Degenererende opmerking over een persoon met een bochel  kâs(t) (Castenray, ... ), jonger syn. voor sjôop  kas (Tongeren), Lèk ¯t in de kas Dao kin die groete kas neet staon ¯n Aajdhollanse kas  kas (Maastricht), sjieker dan sjaop  kas (Bilzen), spelling Beverlo wbk.; \": naslag (stomme e)  kas (Beverlo), Verklw. keske  kas (Hasselt), Verklw. keske/ kesje  kas (Venlo), kast voor liturgische gewaden:   de kas (Mechelen-aan-de-Maas), de kas, kes (Schinnen), kaas (Epen), kas (Blerick, ... ), kast (Guttecoven, ... ), kasten (Eigenbilzen), kes (Echt/Gebroek, ... ), keͅs (Kessel), #NAME?  kes (Urmond), kiemtrog:   kās (Alken), kleerkast:   kaos (Sevenum), kaost (Sevenum), kas (Geleen, ... ), kast (Neeritter), kleerkist, kleerkoffer:   kas (Vucht), kāst (Montzen), laadbak:   kas (Heerlen  [(Emma)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), kast (Spekholzerheide  [(Willem-Sophia)]   [Emma]), langgerekt hok:   kas (Klimmen, ... ), menneke, binnenste deel van het hok:   køs (Ophoven), molenkast:   kast (Beesel, ... ), kāst (Meijel), provisiekast:   kas (Blerick), provisiekast, etenskast:   kas (Eisden, ... ), kast (Lanklaar, ... ), kās (Kortessem), rijskast:   kas (Beverst, ... ), kast (Heerlen, ... ), kás (Beverst), %%meervoud%%  kastǝ (Waubach), kasǝ (Koersel, ... ), smidsvorm, blaasgat:   kas (Bilzen), standerdmolen:   kast (Ell, ... ), steenkuip:   kas (Epen, ... ) I-4, I-6, I-9, II-1, II-11, II-2, II-3, II-5, II-6, II-9, III-1-1, III-1-2, III-2-1, III-3-1, III-3-2, III-3-3