e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q007p plaats=Eisden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
korte onderbroek? onderboks: o͂ngərboks (Eisden), onderbroekje: oͅnərbrøkskə (Eisden) onderbroek, korte ~ [N 25 (1964)] III-1-3
korte overjas duffel: veelal met bontkraag, steekzakken, van dikke wollen stof vooral in Duffel in Antwerpen gemaakt  duffel (Eisden), halve lange, een -: lett. halve lange  hawve lange (Eisden) een jas die men over het colbert heen draagt [N 59 (1973)] || korte overjas (hoe zag deze eruit, van welke stof was deze gemaakt) [N 59 (1973)] III-1-3
korte zijkant van de mand zijkant: zeejkant (Eisden) Hoe heet verder in Uw dialect: korte zijkant van de mand? [N 93 (1983)] III-3-2
korteafstandsvlucht vitesse: vitesse (Eisden) korte afstandsvlucht (minder dan 100 km)? [N 93 (1983)] III-3-2
kortmeel kortmeel: kǫrtmę̄l (Eisden) Het op één na grofste produkt dat tijdens het builen wordt gescheiden. In volgorde van fijn naar grof is kortmeel grover dan kriel en fijner dan zemelen. Zie ook de toelichting bij de lemmata ɛbloemɛ, ɛboultéɛ, ɛkrielɛ en ɛzemelenɛ.' [JG 1a; JG 1b; Vds 249; Jan 244; Coe 221; Grof 248; N O, 38e] II-3
kortwieken afsnijden: āfsnii̯ǝ (Eisden), snijden: snīi̯ǝn (Eisden) Men kort de vleugels van een kip, opdat ze niet kan wegvliegen. Een object ''kip'' of ''vleugels'' is niet gedocumenteerd. [N 19, 53; S 19; L 28, 35; L 1a-m; monogr.] I-12
kossem kussen: kø̄sǝ (Eisden) Huidplooi of kwab onder de hals van een rund. [N 3A, 107] I-11
koster koster: də kəstər (Eisden), köstər (Eisden) koster [RND] || Koster. [ZND 37 (1941)] III-3-3
kostganger kostganger: kosgenger (Eisden), kostgɛngər (Eisden) een kostganger (die bij anderen inwoont) [ZND 28 (1938)] III-3-1
kostschool kostschool: kosschool (Eisden), pensionaat (<fr.): pensionaat (Eisden), meisjes  pensionaat (Eisden) kostschool [ZND 40 (1942)] III-3-1