21002 |
leverpastei |
leverpat:
lē.vərpá’tē (Q007p Eisden)
|
leverpastei [Goossens 1b (1960)]
III-2-3
|
20514 |
leverworst |
leverworst:
lē.vərwô.st (Q007p Eisden),
lieverwoos (Q007p Eisden)
|
leverworst [Goossens 1b (1960)], [ZND 21 (1936)]
III-2-3
|
24342 |
libel en waterjuffer |
poppensnijder:
poa-upəsnieder (Q007p Eisden)
|
waterjuffer, libel [ZND 34 (1940)]
III-4-2
|
21506 |
liberaal |
liberaal:
tis ənə libbəraal (Q007p Eisden)
|
Het is een liberaal. [ZND 37 (1941)]
III-3-1
|
17540 |
lichaam |
lijf:
lièf (Q007p Eisden)
|
het lijf [ZND 30 (1939)]
III-1-1
|
22174 |
licht van bouw |
licht:
lich (Q007p Eisden)
|
Hoe zegt men in Uw dialect van een duif: licht van bouw of geraamte? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
18076 |
licht verkouden |
een beetje verkoud:
ich bèn ə bitjə verkaud (Q007p Eisden)
|
Gebruikt men afzonderlijke benamingen voor een zware en lichte verkoudheid? [Lk 05 (1955)]
III-1-2
|
34032 |
lichtbonte koe |
vaalrode:
vālrōi̯ (Q007p Eisden)
|
Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe''(3.3.1). [N 3A, 123b]
I-11
|
33677 |
lichte klei |
zavelgrond:
zāvǝlgrōnt (Q007p Eisden)
|
Grondsoort die bestaat uit zand en klei. Zavel is lichte klei waarin het zandgehalte 60 tot 80% kan zijn. [N 27, 43; N 27, 41]
I-8
|
19353 |
lichtgeraakt, kregel |
gauw getreden:
ook materiaal znd 28, 49
gauw getroje (Q007p Eisden),
rap geraakt:
ook materiaal znd 28, 49
rap gərākt (Q007p Eisden)
|
kregel [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|