e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q007p plaats=Eisden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rups koolrups: kōlropš (Eisden), rups: robsch (Eisden), ropš (Eisden) groene rups die koolbladeren tot op de nerf afvreet [N 26 (1964)] || rups [N 26 (1964)], [ZND 06 (1924)] III-4-2
ruw worden kapotspringen: mə gəzich sprunk kəpot (Eisden), openspringen: m`n an spraingen oopə (Eisden) hoe zegt gij als in de winter de huid van uw handen of uw aangezicht ruw worden, vooral bij noordenwind ? [ZND 36 (1941)] III-1-2
sacramentsaltaar sacramentsaltaar: sacremèntsaltaar (Eisden), t sacremèntsaltaar (Eisden) Het sacramentsaltaar (in grote kerken), een afzonderlijk altaar waarop zich het tabernakel met de H. Hosties bevindt. [N 96A (1989)] III-3-3
sacramentsprocessie heilige sacramentsprocessie (<lat.): H. Sakramentsprocessie (Eisden), omgang: goumgank (Eisden) Hoe heet de processie die s zondags na H. Sacramentsdag wordt gehouden? [ZND 40 (1942)] III-3-3
sacristie sacristie: sakristi-j (Eisden, ... ) Het tegen de kerk aangebouwde vertrek of gebouwtje, waar de priester en de dienaren zich voor de dienst gereedmaken [gerfkamer, sakristij, sacristie?]. [N 96A (1989)] III-3-3
samenspannen samenspannen: di-j twiè spane same (Eisden), heulen onbekend  spannen same (Eisden) Die twee heulen samen (spannen samen tegen de anderen) [ZND 26 (1937)] III-3-1
samentrekken van de vleugels steken: Opm. v.d. invuller: men zegt dan "dao stukt eine".  steeken (Eisden) Hoe benoemt U allerlei vormen van vliegen: het samentrekken van de vleugels bij het vallen? [N 93 (1983)] III-3-2
sandaal sandaal: səndal (Eisden) sandaal [N 24 (1964)] III-1-3
satijn satijn: satiǝn (Eisden) Glanszijde, atlas, een oorspronkelijk alleen zijden, later ook halfzijden (katoen en zijde) gekeperde stof, zeer glad geweven, namelijk zo dat de bindingsknopen zoveel mogelijk over de oppervlakte verspreid liggen (Van Dale, pag. 2488). [N 62, 80a; N 62, 80b; N 62, 98; N 59, 201; MW; Wi 53; monogr.] II-7
saus saus: sààwz (Eisden) saus [RND] III-2-3