e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
steken (overige) kaartspelen:   steke (Loksbergen), aanbrengen van gaatjes in het deegbrood:   stikǝ (Maaseik), stē̜kǝ (Bocholt, ... ), stīǝkǝ (Hasselt), stɛ̄kǝ (Neerpelt), štē̜kǝ (Herten, ... ), afleggen:   stēi̯ǝkǝ (Wittem), štø̄kǝ (Schimmert, ... ), štø̄ŋkǝ (Oirsbeek), štūǝkǝ (Jabeek), afschuinen:   dǝ sxø̜jnǝ kant stēkǝ (Leopoldsburg), bedekt een onaangenaamheid zeggen:   eemus stàèke (Sevenum), eeməs sjtèèkə (Heel), hè stekt nog al eens (Paal), sjtaeke (Reuver), sjteike (Vlodrop), sjtéékə (Schinnen), staeke (Echt/Gebroek, ... ), stāēkke (Sevenum), steken (Eksel, ... ), stjaike (Melick), stèke (Ittervoort), stèken (Born), stééke (Maasbree), stéékə (Meijel), stêke (Meijel), besteken:   iemed steken (Neerpelt, ... ), de kaarsen aansteken:   kesenstēējəkə (Loksbergen), de kaarten schudden:   de kaarten goed dor een steken (Kwaadmechelen), de kaarten goed staiken (Hechtel), de kaarten goed steken (Kortessem, ... ), de kaate steeke (Herk-de-Stad), de kaote goed steejeke (Hoepertingen), de kaote goed stiejeke (Hoepertingen), de kaoten goed stêken (Millen), de koaten goed steke (Kerniel), de koote gut stieke (Borgloon), de koute steike (Zichen-Zussen-Bolder), de kouten goed stèken (Rijkhoven), de koöte goed stéke (Tongeren), steeke (Loksbergen), stejken (Jeuk), steke (Mettekoven, ... ), Kaarten schudden in het algemeen.  stië.ke (Gors-Opleeuw), Sub steëke.  de koòt steëke (Kortessem), de kaarten steken:   de kaart stieëke (Maaseik), de kaart stèèke (Tungelroy), kaart sjteeke (Schimmert), kaart staeke (Sevenum), kaarte steke (Stal), sjtaeke (Haelen, ... ), sjtaike (Maasniel, ... ), sjteche (Kerkrade), sjteeke (Doenrade, ... ), sjteikke (Vlodrop), sjteke (Gronsveld, ... ), sjtēͅkə (Amstenrade, ... ), sjtēͅəkə (Nieuwenhagen), sjteͅakə (Eys), staeke (As, ... ), staeke (de kaot -) (Bilzen), steake (Eys), steeke (Maasbree), steeken (Maastricht), stek (Montfort), steke (Hoepertingen, ... ), steken (Born, ... ), stēkə (Gennep, ... ), stēͅkə (As, ... ), stiejeke (Wellen), stieëke (Alken), stië.ke (Zonhoven), stèke (Eigenbilzen), stɛkə (Kesseleik, ... ), [Alg. opmerking: de invuller is een nieuwe medewerker en heeft enkel vernederlandste woorden genoteerd die reeds tussen haakjes in de vraagstelling gesuggereerd werden]  steken (Heers), Dee kaa.rt zèn gesteu.ke.  stië.ke (Hasselt), Dzj it de koat wir gestouke, vaale-n duigniet.  steeke (Sint-Truiden), hië stikt de kao.rt  stië.ke (Zolder), Sub staeke.  de kaart staeke (Venlo), Sub steken, (**8).  de kaarten steken (Niel-bij-St.-Truiden), Sub steken.  de kaarten steken (Zonhoven), dompelen: ps. invuller geeft alleen een antwoord op dompelen.  staiken (Peer, ... ), stēͅkə (Bilzen, ... ), stieiken (Sint-Lambrechts-Herk, ... ), stèke (Maaseik, ... ), stèken (Neeroeteren, ... ), doodsteken:   steken (Maasbracht), sti-jęjkǝn (Diepenbeek), stikǝn (Eijsden), stēekǝ (Lummen), stējękǝ (Helchteren), stēkǝ (Maastricht, ... ), stēkǝn (Kotem, ... ), stē̜kǝ (Blerick, ... ), stē̜ǝkǝ (Opglabbeek), stęjkǝ (Hoensbroek), stɛjkǝ (Neerpelt), stɛjǝkǝ (Wellen), stɛ̄?ǝ (Lommel), stɛ̄kǝ (Opitter, ... ), štēkǝ (Buchten, ... ), štēkǝn (Hoensbroek), štēxǝ (Kerkrade), štēǝkǝ (Heerlen), štē̜kǝ (Beek, ... ), štē̜kǝn (Berg / Terblijt), štē̜ǝkǝ (Eijsden, ... ), štɛšǝ (Kerkrade), een priktol bovenhands uitwerpen: priktol = peeldok  sjtikke (Doenrade), geslachtsgemeenschap hebben:   staeke (Echt/Gebroek), stië.ke (Zonhoven), het neerstrijken van de duif:   staeke (Sevenum), steike (As), hooi opladen, opsteken:   stiǝkǝ (Opheers), stē̜.kǝ (Hoeselt, ... ), inleggen (in een voor):   stēǝ.kǝ (Helchteren), stē̜.kǝ (Opoeteren), stīǝ.kǝ (Houthalen), inrijgen van weef- of rietkam:   šteǝkǝ (Eupen), inschieten:   steken (Tessenderlo), stękøǝ (Tessenderlo), kolen, kool delven:   stēkǝ ([Domaniale]), kortwieken:   stē̜kǝn (Sint-Martens-Voeren), meetje steken:   sjtaeke (Herten (bij Roermond), ... ), sjtaike (Maasniel, ... ), sjteeke (Waubach), sjteikke (Vlodrop), sjtekke (Schimmert), sjteͅkə (Kapel-in-t-Zand), sjtikke (Guttecoven), staeke (Blerick, ... ), staeke oppe mairt (Neer), stēͅkə (Stein), (De hierna volgende jongensspelen [21-28] werden voornamelijk bedreven op de schoolspeelplaats.)  sjtaeke (Herten (bij Roermond)), (Na het middageten, dat steeds om 12u plaats vond, vermaakten de mannen zich (tenminste in de zomer), tot dat het tijd werd voor t lof, met "sjtaeke"of "trumpe". Beide spelen zijn, in Herten, al ongeveer 50 jaar uitgestorven.)  sjtaeke (Herten (bij Roermond)), Het speelveld bestaat uit twee evenwijdige getrokken lijnen met ongeveer twee meter tussenruimte. Vanuit het midden van de lijn wordt nu, zowel links als rechts, op ca. vijf cm haaks een lijntje getrokken, zodat de letter H ontstaat. Vanachter de andere lijn wordt nu een muntstuk, (welke soort wordt van te voren afgesproken), onder een bepaalde schuine hoek naar voren gegooid, zodat deze bij het op de grond komen blijft steken en plat valt. Het is zaak om zo dicht mogelijk bij of op de lijn te komen en tussen de verticale lijnen in. Men mag driemaal gooien en de persoon die het nauwkeurigst zijn munt gestoke heeft, mag alle munten die buiten de H liggen oprapen. Deze heeft hij reeds gewonnen. De overige munten worden dan door hem verzameld en met bolle handen geschud. Van tevoren dient er te worden gekozen voor kop of koont. De met de zijde naar boven gekozen munten kan men dan behouden en de beurt gaat daarna over naar de volgende persoon die als tweede eindigde. Hierna volgen dan evt. de derde, vierde, enz. Zijn de munten eerder op, dan hebben de laatsten pech gehad.  staeke (Venray), Het spel werd steeds in de open lucht op de dorpswegen gespeeld.  sjtaeke (Herten (bij Roermond)), Met centen naar een streep werpen. Wie er het dichtst bij is, mag de centen in de handen nemen, er met gesloten hand mee rammelen, en ze neer werpen. Van te voren is bepaald welke centen voor de opgooier zijn, kruis of munt.  stèke (Meerlo, ... ), Zie ook: kinderspelen.  sjtaeke (Sittard), Ònger het lof wore vief j`ønges oppe Plats aan t staeke.  staeke (Echt/Gebroek), mest afsteken:   stēkǝ (Leopoldsburg), stē̜kǝ (Paal), met de kruk poten:   štɛ̄xǝ (Bleijerheide), met de luchthamer werken:   štēxǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Maurits]), met de schop poten, kuiltjes maken:   stɛ̄xǝ (Bleijerheide), naar beneden duiken:   staeke (Echt/Gebroek), steken (Koersel), stikt (Houthalen), stéken (Rijkhoven), opsteken van de schoven:   stię.kǝ (Bommershoven, ... ), stiǝ.kǝ (Gelinden, ... ), stēkǝ (Borlo), stē̜.kǝ (Diets-Heur, ... ), stē̜ę.kǝ (Piringen), paren van de duiven:   stĕĕke (Jesseren), pezen blootleggen:   stēkǝ (Sint-Truiden), rooien met de schop of de riek, uitsteken:   stikǝ (Smeermaas), stię.kǝn (Hasselt), stiǝkǝn (Alken, ... ), stiɛ.kǝ (Guigoven, ... ), stēkǝ (Maastricht, ... ), stē̜.kǝ ('S-Herenelderen, ... ), stē̜kǝ (Amstenrade, ... ), st˙ēkǝ (Stokkem), šteǝkǝ (Cadier), štēkǝ (Gronsveld, ... ), samentrekken van de vleugels:   staeke (Sevenum), staoke (Jesseren), steken (Mielen-boven-Aalst), stieke ze onneraaf (Houthalen), stèke (As), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!  stië.ke (Zolder), Opm. v.d. invuller: men zegt dan "dao stukt eine".  steeken (Eisden), Opm. v.d. invuller: wanneer een duif hoog komt aanvliegen, bijv. bij terugkomst van een wedvlucht, en zij onderbreekt het normale ritme omdat ze denkt haar hok te zien, dan "sjtoekt of tekent"ze; heeft ze haar hok definitief herkent, dan "sjuut ze aaf"; heeft ze te veel snelheid en maakt de weg langer door in een soort zig-zaglijn naar beneden te komen dan "wurpt ze zich".  schteeke (Doenrade), schelden, schimpen:   stèke (Grevenbicht/Papenhoven), schuin spijkeren:   štē̜kǝ (Posterholt), smalen:   sjtaeke (Nunhem), spelden:   stē̜kǝ (Maasbree, ... ), štē̜kǝ (Asenray / Maalbroek, ... ), steekgaatjes: (enk)  štex (Montzen), steken:   schtee-eke (Epen), schteeke (Heer), schtēīke (Eijsden), schtäke (Heerlen, ... ), schtäkə (Swalmen), schtèke (Horn), schtèken (Amby), schtêke (Bingelrade, ... ), shteeake (Mheer), sjtaeke (Herten (bij Roermond)), sjteeke (Berg-en-Terblijt, ... ), sjteke (Meerssen, ... ), sjte͂ke (Puth), sjtièke (Rimburg), sjtèche (Simpelveld), sjtèke (Belfeld), sjtêjeke (Eys), sjtêjke (Mechelen), sjtêke (Asenray/Maalbroek, ... ), sjtêken (Buchten, ... ), sjtêêëke (Gulpen), st"kə (Paal), staeke (Broeksittard), staike (Echt/Gebroek), steke (Borgharen, ... ), steken (Achel, ... ), steəkn (Helchteren), steəkə (Mielen-boven-Aalst), stē`ən (Kwaadmechelen), stēke (Montfort), stēkə (Lanklaar, ... ), stēkən (Eksel), stēəkə (Herk-de-Stad), stēͅ:ka (Tongeren), stēͅkə (Berg, ... ), steͅkə (Tongeren), steͅəkə (Koersel), sti-jǝkǝ (Zepperen), sti:kə (Maaseik), stijəkə (Hoepertingen), stikǝn (Dilsen), stiēkǝ (Genk), stiǝkǝ (Houthalen), stiəkə (Heers, ... ), stiəkən (Houthalen), stäken (Urmond), stèke (Arcen, ... ), stêke (Afferden, ... ), stêken (Heijen, ... ), støken (Overpelt), stē.kǝ (Hasselt, ... ), stęjkǝn (Stein), stękǝ (Maaseik), stęǝ.kǝ (Diepenbeek, ... ), stę̄kǝ (Geistingen, ... ), stɛkǝn (Millen), štaekən (Kerkrade), štèke (Brunssum), ṣte:ɛkə (Hoensbroek), štęǝkǝ (Heerlen, ... ), štę̄kǝ (Asenray / Maalbroek, ... ), [Paragraaf: onregelmatige werkwoorden].  steke (Boorsem), steken met een beitel:   stēkǝ (Diepenbeek), stē̜kǝ (Stein), štē̜kǝ (Herten, ... ), stoten:   štē̜kǝ (Venlo), treiteren:   iemand stèken∂∂ (Linde), vademen:   stēkǝn (Opglabbeek), štɛ̄.kǝ (Mechelen), veevoer verzamelen:   steǝkǝ (Vliermaal), stiǝkǝ (Hoepertingen), stēkǝ (Aalst, ... ), stē̜.kǝ (Sluizen), stē̜kǝ (Haelen, ... ), stęi̯kǝn (Ulbeek), stīkǝn (Mesch), štēkǝn (Wintershoven), štē̜kǝ (Baarlo), vergaartekens: (enk)  stēk (Venlo), verschillende knikkerspelen:   sjtiekke (Eijsden), #NAME?  staike (Neeritter), verstoppertje spelen:   stijken (Stein), wieden, algemeen:   stēkǝ (Borlo  [(van distels)]  , ... ), stē̜kǝ (Cuijk, ... ), štē̜kǝ (Berg / Terblijt  [(van paardebloemen)]  ), wrokken:   sjtéékə (Susteren), zaaien, van bieten:   stē̜kǝn (Achel, ... ), zoden afsteken:   stikǝ (Rotem), stiękǝ (Houthalen), stēkǝ (Beringen, ... ), stēǝkǝ (Borgloon), stēǝkǝn (Helchteren), stē̜kǝ (America, ... ), stē̜kǝn (Ottersum, ... ), stē̜xǝ (Bleijerheide), stīǝkǝ (Hasselt), štēkǝ (Heerlerheide, ... ), štē̜kǝ (Gulpen, ... ) I-1, I-11, I-12, I-3, I-4, I-5, I-8, II-1, II-10, II-12, II-5, II-6, II-7, III-1-2, III-1-4, III-2-2, III-3-1, III-3-2, III-3-3, III-4-4