e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q007p plaats=Eisden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vos, vospaard vos: vos (Eisden) Licht- of rosbruin paard met witte manen, staart en poten. Onder de vossen zijn er diverse kleurnuanceringen: roodvossen (rode tot dieprode globe), goudvossen, zweetvossen (zwartachtig rood naar geel overhellend en glimmend), lichte vossen (geelbruin tot geelbruin), donkere vossen (van donkerbruin tot zeer donker roodbruin). [JG 1a, 1b; N 8, 63g, 63h en 63j] I-9
vouw plooi: ploeëj (Eisden), vouw: vaw (Eisden) de vouw in de broek [N 59 (1973)] || Hoe noemt U: een plooi [N 62 (1973)] III-1-3
vreemde duif die op het hok komt vreemde, een ~: ôêne vrèmde (Eisden) een vreemde duif die op het hok komt? [N 93 (1983)] III-3-2
vregelpaal naald: nǭlj (Eisden) In de Kempen en in het zuid-oosten van het onderzoeksgbied wordt een tweede boom voor het vastzetten van het hooi op de kar gebruikt. Deze vregelpaal is (doorgaans draaibaar) onder in de bak van de hoogkar gemonteerd en loopt door het midden van het verzwaarde dwarse sluithout, de bril. Het bindtouw werd dan om deze vregelpaal heengeslagen en daarna werd deze door middel van een stok of knuppel, de vregelstok, aangedraaid. Zie ook de toelichting bij het lemma ''vregelstok'' en afbeelding 15. De foto''s van afbeelding 15 zijn genomen in Mechelen aan de Maas (Q 9). [N 17, 14a; JG 1d, 2c; monogr.] I-3
vregelstok vregelknuppel: vręi̯gǝlklø̄pǝl (Eisden) De stok waarmee de vregelpaal wordt aangedraaid of waarmee het bindtouw als een knevel kan worden aangespannen; zie de toelichting en de afbeelding bij het lemma ''vregelpaal''. Voor enkele opgaven is niet vast te stellen of de lange vregelpaal of de korte vregelstok is bedoeld; ze staan achterin het lemma bijeen. [N 17, 14c; JG 1d, 2c; add. uit N 17, 140; monogr.] I-3
vriend kameraad: kameraden (Eisden), kaməro:ət (Eisden) vriend [RND] || vrienden [ZND 44 (1946)] III-3-1
vrijdagskost vrijdagskost: hieëring of vèsj is vriedegskos (Eisden) Het vleesloze eten, een vleesloze maaltijd op een onthoudings-dag ("vrijdagskost"). [N 96D (1989)] III-3-3
vroegmis eerste mis: de ierste mes (Eisden), vroegmis: vreu mēͅs (Eisden), vrø.mis (Eisden) Hoe heet de vroegste mis op zondag? [ZND 38 (1942)] || vroegmis [RND] III-3-3
vrouw vrouw: vro.w (Eisden), vrow (Eisden) vrouw [RND], [RND] III-3-1
vrouwelijk kalf vaarzenkalf: vē.zǝ[kalf] (Eisden), vaarzenkalfje: vēzǝ[kalfje] (Eisden) [N 3A, 20; N C, 7b; JG 1a, 1b; A 9, 17b; Gwn V, 5b; monogr.] I-11