e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eisden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoge pet met opstaand bovenstuk zijden, een -: zejə (Eisden) pet met opstaand cylindervormig bovenstuk: het hoge model {afb} [hoge zeje] [N 25 (1964)] III-1-3
hoge rijgschoen bottine: botinə (Eisden) rijgschoenen, hoge ~ voor dames [petiens, bottines] [N 24 (1964)] III-1-3
hok om te paren kweekkot: kwieèk-kot (Eisden) een hok speciaal om er te paren en te broeden? [N 93 (1983)] III-3-2
hokjes waarin een duivenmand verdeeld is hokjes: hôêkskes (Eisden) Hoe heet verder in Uw dialect: hokjes waarin de duivenmand verdeeld is? [N 93 (1983)] III-3-2
hoklijst hoklijst: hokliest (Eisden) Hoe heet verder in Uw dialect: hoklijst, lijst waarop alle duiven moeten worden ingeschreven? [N 93 (1983)] III-3-2
hommel hommel: ook in ZND 01, a-m  hommel (Eisden) hommel [ZND 27 (1938)] III-4-2
homp, brok, klont klot: klot (Eisden), kloͅt (Eisden) kluit [ZND 28 (1938)] III-4-4
hond hond: hônd (Eisden), o.nt (Eisden) hond [Goossens 1b (1960)], [ZND 21 (1936)] III-2-1
hondenhok hondskooi: hoͅntskūi̯ (Eisden), ōnskūəi̯ (Eisden) hondenhok [ZND 38 (1942)] III-2-1
honing honing: oniŋ (Eisden), ō.neŋ (Eisden) Produkt door de bijen uit bloemvocht of nectar bereid en afgezet in de cellen van de raten. Honing is een zoete stof die door mensen als voedingsmiddel wordt gebruikt. [N 63, 43b; N 63, 111; L 1a-m; L 35, 105; S 14; S 38, JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 128; A 9, 8; monogr.] II-6