e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eisden

Overzicht

Gevonden: 3771
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
avondspin avondspin: a͂vəntspeͅn (Eisden) spin, gelukbrengende ~ die men bij avond op muren ziet zitten [aovendspin] [N 26 (1964)] III-4-2
avondwake gebedswake: gebedswake in de kèrk (Eisden) De dienst gehouden op de avond voorafgaand aan de begrafenis. [N 96D (1989)] III-3-3
azijn eedje: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1, a-m  eētje (Eisden) azijn [ZND 01u (1924)] III-2-3
baai baai: bāj (Eisden) Dik en grof wollen weefsel, op molton gelijkend flanel, meestal donkerrood, ook wel bruin, geel of blauw van kleur, waarvan onderkleren, vrouwenrokken, hemden voor zeelieden en boeren worden gemaakt (Van Dale, pag. 229). [N 62, 91; Gi 1.IV, 54; MW] II-7
baaien onderrok baaien onderrok: bajə oͅŋəroͅk (Eisden) onderrok, dikke baaien ~ [N 24 (1964)] III-1-3
baantje glijden op het ijs keien: kijje (Eisden), kɛjje (Eisden) Hoe noemt men: op het ijs glijden (zonder schaatsen). [ZND 14 (1926)] || Slieren (op het ijs glijden zonder schaatsen). [ZND 06 (1924)] III-3-2
baard hauwen: auǝ (Eisden), hauǝn (Eisden) De scherpe uitsteeksels van de aar bij sommige graangewassen: kafnaalden. Het type baard is een verzamelnaam; het type vlimmen is het meervoud van vlim dat eigenlijk de afzonderlijke kafnaald aanduidt die aan het omhulsel van de korrel vastzit. Wanneer het type vlimmen als dubbelopgave naast baard voorkomt (dat is het geval in L 286, 312 en 313), dan is de betekenis van vlimmen: het omhulsel waarin de korrel zit. Vergelijk ook de lemma''s ''graanafval'' (6.1.30) en ''spikken'' (6.1.31). Zie afbeelding 2, f. [JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; A 25, 11; NE 2.I, 51; monogr.; add. uit N 14, 131] I-4
baarmoeder van de koe bed: bēt (Eisden) [N 3A, 48; A 48A, 47a] I-11
badding badding: badeŋ (Eisden) Benaming voor een plank met een dikte van 6 cm (2.5 duim) en een breedte van 10 tot 17.5 cm (4 tot 7 duim). [N 50, 73o; L 40, 56 add.; monogr.] II-12
badmeester chef bain: chef bain (Eisden  [(Eisden)]   [Eisden]), chef douches: chef douches (Eisden  [(Eisden)]   [Eisden]) Toezichthouder over de badknechten. [N 95, 126; monogr.] II-5