19695 |
kast |
kast:
kas (Q007p Eisden, ...
Q007p Eisden)
|
kast [ZND 01 (1922)] || Leg die broden op de kast [ZND 05 (1924)]
III-2-1
|
23448 |
kast voor liturgische gewaden |
kazuifelkast:
de kazuifelkast (Q007p Eisden),
kazuifelkast (Q007p Eisden)
|
De kast(en) waarin deze gewaden liggend worden opgeborgen. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
19826 |
kat |
kat:
kát (Q007p Eisden)
|
kat [Goossens 1b (1960)]
III-2-1
|
22311 |
katapult |
katapult:
catapult (Q007p Eisden)
|
Hoe noemt men het speeltuig, bestaande uit een gevorkt takje, aan de uiteinden waarvan een elastiekje is vastgemaakt en waarmee jongens steentjes wegschieten? [Lk 01 (1953)]
III-3-2
|
23345 |
kathedraal |
kathedraal:
de kattedraal (Q007p Eisden, ...
Q007p Eisden)
|
Een kathedraal. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23213 |
katholiek |
kalot (<fr.):
e’ne kalot (Q007p Eisden),
kalotte (Q007p Eisden),
katholiek (<fr.):
eine katolīk (Q007p Eisden),
e’ne katholiek (Q007p Eisden),
kattenkop:
e’ne kattekop (Q007p Eisden),
kattekép (Q007p Eisden)
|
Een katholiek: bestaat er een scheldnaam (vooral in verkiezingstijd gebezigd)? [ZND 27 (1938)]
III-3-3
|
28768 |
katoen |
katoen:
kǝtūn (Q007p Eisden)
|
Uit katoendraden geweven stof. Leverancier van de katoendraad is een kruid-, struik- of boomachtige plant ø̄voor het grootste deel verbouwd in Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Egypte (macco of mako), Oost-Indië, China, Ethiopië en Ruslandø̄ (Bonthond, s.v. ø̄katoenø̄). [N 62, 85; N 62, 77; N 62, 75c; N 59, 201; MW; L 1a-m; L 27, 73; L 41, 40a; S 17; monogr.]
II-7
|
33453 |
kattegat |
kattegat:
katǝgāt (Q007p Eisden
[(ǝt katǝgāt ‚ēngōn = verdwijnen)]
)
|
Een al dan niet afgeschermde opening onder in de schuurpoort die katten in staat stelt om de schuur in te gaan om muizen en ratten te vangen. Blijkbaar wordt deze opening ook door kippen gebruikt. [N 4A, 42i; monogr.]
I-6
|
24179 |
kauw |
dooltje:
deulke (Q007p Eisden)
|
kerkkauw [ZND 27 (1938)]
III-4-1
|
20488 |
kauwen |
kapot bijten:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
kepot bieten (Q007p Eisden)
|
kauwen [ZND 01u (1924)]
III-2-3
|