18600 |
korte onderbroek? |
onderboks:
o͂ngərboks (Q007p Eisden),
onderbroekje:
oͅnərbrøkskə (Q007p Eisden)
|
onderbroek, korte ~ [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18562 |
korte overjas |
duffel:
veelal met bontkraag, steekzakken, van dikke wollen stof vooral in Duffel in Antwerpen gemaakt
duffel (Q007p Eisden),
halve lange, een -:
lett. halve lange
hawve lange (Q007p Eisden)
|
een jas die men over het colbert heen draagt [N 59 (1973)] || korte overjas (hoe zag deze eruit, van welke stof was deze gemaakt) [N 59 (1973)]
III-1-3
|
22149 |
korte zijkant van de mand |
zijkant:
zeejkant (Q007p Eisden)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: korte zijkant van de mand? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21978 |
korteafstandsvlucht |
vitesse:
vitesse (Q007p Eisden)
|
korte afstandsvlucht (minder dan 100 km)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
26630 |
kortmeel |
kortmeel:
kǫrtmę̄l (Q007p Eisden)
|
Het op één na grofste produkt dat tijdens het builen wordt gescheiden. In volgorde van fijn naar grof is kortmeel grover dan kriel en fijner dan zemelen. Zie ook de toelichting bij de lemmata ɛbloemɛ, ɛboultéɛ, ɛkrielɛ en ɛzemelenɛ.' [JG 1a; JG 1b; Vds 249; Jan 244; Coe 221; Grof 248; N O, 38e]
II-3
|
34520 |
kortwieken |
afsnijden:
āfsnii̯ǝ (Q007p Eisden),
snijden:
snīi̯ǝn (Q007p Eisden)
|
Men kort de vleugels van een kip, opdat ze niet kan wegvliegen. Een object ''kip'' of ''vleugels'' is niet gedocumenteerd. [N 19, 53; S 19; L 28, 35; L 1a-m; monogr.]
I-12
|
34078 |
kossem |
kussen:
kø̄sǝ (Q007p Eisden)
|
Huidplooi of kwab onder de hals van een rund. [N 3A, 107]
I-11
|
23274 |
koster |
koster:
də kəstər (Q007p Eisden),
köstər (Q007p Eisden)
|
koster [RND] || Koster. [ZND 37 (1941)]
III-3-3
|
21339 |
kostganger |
kostganger:
kosgenger (Q007p Eisden),
kostgɛngər (Q007p Eisden)
|
een kostganger (die bij anderen inwoont) [ZND 28 (1938)]
III-3-1
|
21550 |
kostschool |
kostschool:
kosschool (Q007p Eisden),
pensionaat (<fr.):
pensionaat (Q007p Eisden),
meisjes
pensionaat (Q007p Eisden)
|
kostschool [ZND 40 (1942)]
III-3-1
|