e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eisden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lang duivenluisje luis: l-e͂s (Eisden) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: lang duiveluisje [N 93 (1983)] III-3-2
lang leven lang leven: znd 30, 15;  lang leve (Eisden) lang leven [ZND 30 (1939)] III-2-2
lang schortlint binder: beͅnjər (Eisden) linten, lange ~ of banden waarmee een voorschoot om het middel wordt geknoopt [binders] [N 24 (1964)] III-1-3
lang van bouw diep: deep (Eisden), lang: lank (Eisden) Hoe zegt men in Uw dialect van een duif: lang van bouw of geraamte? [N 93 (1983)] III-3-2
lange achterzijde van de mand achterkant: achterkant (Eisden) Hoe heet verder in Uw dialect: lange achterzijde van de mand? [N 93 (1983)] III-3-2
lange broek lange broek: lang brook (Eisden), laŋ brok (Eisden), n’ lang brook (Eisden) een lange broek [N 59 (1973)] || lange broek (hoe heet ...?) [ZND 22 (1936)] || pantalon, lange broek [N 23 (1964)] III-1-3
lange kleurige herenkous hoos: hozə (Eisden) mannenkousen, lange kleurige ~ (vero) [hooze] [N 24 (1964)] III-1-3
lange neus lange neus: lang naas (Eisden, ... ) een lange neus [ZND 39 (1942)] III-1-1
lange onderbroek? lange onderbroek: laŋ oͅŋərbrok (Eisden), onderbroek: o͂ngərbrūk (Eisden) onderbroek, lange ~ [N 25 (1964)] III-1-3
lange smalle broekzak metermaal: meͅtərmal (Eisden) zak, lange smalle ~ buiten op de rechter broekspijp waarin een lang mes e.d. wordt weggestoken [bokseschej] [N 23 (1964)] III-1-3