e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eisden

Overzicht

Gevonden: 3771
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
biechten (gaan) te biechte gaan: te beechte goon (Eisden), zich biechten (gaan): wee goon ons beechten (Eisden) Biechten, te biecht gaan, biecht spreken [zich biechte]. [N 96D (1989)] || We gaan biechten, of ... ons biechten, of ... te biechte (welke uitdrukking is hiervoor gebruikelijk?). [ZND 21 (1936)] III-3-3
biechtstoel biechtstoel: beechstool (Eisden), de beechstool (Eisden) De biechtstoel, het meestal houten optrekje waarin de priester biechthoort [biech(t)sjtool?]. [N 96A (1989)] III-3-3
biechttijd biechttijd: beechtieëd (Eisden) Biechttijd(en), gelegenheid tot biechten. [N 96D (1989)] III-3-3
biechtvader biechtvader: beechvader (Eisden) De biechtvader [biechvadder]. [N 96D (1989)] III-3-3
bieden bieden: be.jə (Eisden) bieden [RND] III-3-1
bier bier: bééər (Eisden), blaire  bair (Eisden), verzamelfiche ook mat. van ZND 01 (a-m) ook ZND 22 vr. 27a  bair (Eisden), beer (Eisden) bier [RND], [ZND 06 (1924)], [ZND 27 (1938)] III-2-3
biervat, bierton biervat: bērvāt (Eisden  [(50 of 100 liter)]  ) Houten ton voor bier. De grootte en de inhoud van een biervat zijn verschillend en hangen af van de functie van het vat. Zie ook de lemmata ɛtonɛ, ɛdragerɛ, ɛankerɛ en ɛkwekkertjeɛ in wld II.2., pag. 44.' [N E, L; monogr.] II-12
biesijzer lisijzer: lęjs˱īzǝr (Eisden), rijtslip: ritsløp (Eisden), spanslip: spansløp (Eisden) Een metalen haak of hefboom die wordt gebruikt om een duig naar buiten te wringen wanneer een lek aan de rand van de bodem van het vat hersteld moet worden. Zie ook afb. 231. [N E, 53; A 32, add.; monogr.] II-12
bieslook bieslook: bieslook (Eisden) [ZND 34 (1940)] I-7
biestmelk biest: bis (Eisden) De eerste melk van de koe, nadat ze gekalfd heeft. [L 32, 100; JG 1a, 1b; S 3; A 7, 18; monogr.] I-11