e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eisden

Overzicht

Gevonden: 3771
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boorplatform boorplatform: boorplatform (Eisden  [(Eisden)]   [Maurits]) Een op schragen gesteld platform dat het mogelijk maakt hoog gelegen boorgaten te maken. [N 95, 816] II-5
boorstang, boorijzer barre à mine: baramen (Eisden  [(Eisden)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), boorijzer: bōrīzǝr (Eisden  [(Eisden)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Een uit een zeer goede kwaliteit staal vervaardigde stang die hetzij van een vaste boorkop is voorzien (monobloc-boorstang), hetzij aan een uiteinde een bevestiging heeft waarin een losse boorkop kan worden geplaatst. Volgens een invuller uit Q 121 varieerde de lengte van een boorstang tussen 50 cm en 3 meter. [N 95, 735; N 95, 812; monogr.; Vwo 163; Vwo 166; Vwo 322] II-5
boorwagen jumbo: jumbo (Eisden  [(Eisden)]   [Zwartberg, Waterschei]) Op een lorrie gemonteerde boorinstallatie waarmee tegelijkertijd twee of meer boorgaten gemaakt kunnen worden. Het woordtype "jumbo" (L 417, Q 7) is van toepassing op een boorwagen met vier of vijf boorhamers. [N 95, 814] II-5
boot(je) pontje: ch als in fr. chat  puntche (Eisden) een bootje (om te roeien) [ZND 24 (1937)] III-3-1
bord telloor: teͅljur (Eisden), təljør (Eisden) bord (bij het eten gebruikt) [ZND 16 (1934)] III-2-1
borg blijven borg blijven: eu zoals in heure  bŭrg blieven vuur iemed (Eisden) Borg blijven voor iemand. [ZND 22 (1936)] III-3-1
borst borst: bǫrs (Eisden) Zie afbeelding 2.19. [JG, 1b; N 8, 32.2] I-9
borst inwerken innaaien: enniǝjǝ (Eisden) Elk van de voorpanden van het colbert van kunstmatige borstwelving voorzien. Dit gebeurt door het aanbrengen van voeringdelen, de binnenvulling, het maken van figuurnaden, suçons, in panden en vulling en het in vorm strijken, dresseren, van de panden (Papenhuyzen III, pag 22-29). [N 59, 111; N 59, 113] II-7
borstkas borst: ich hèb n kau op de borst (Eisden) Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)] III-1-1
borstlamp phare: fār (Eisden  [(Eisden)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Lamp die op de borst wordt gedragen. Volgens de invuller uit Q 15 was de borstlamp incidenteel bestemd voor de hoofdleiding (ingenieur, inspecteur, chef-ondergronds). De lamp had een systeem waarmee men kon aflichten, d.w.z. controleren op mijngas. Uit de opgave "mijnmeterslamp" van de respondent uit Q 21 blijkt dat de lamp ook door deze beroepsgroep werd gebruikt. [N 95, 261; monogr.] II-5