| 21268 |
volk (mensen) |
volk:
folk (Q007p Eisden)
|
volk [RND]
III-3-1
|
| 28292 |
volle wagen |
volle:
volle (Q007p Eisden
[(Eisden)]
[Maurits])
|
[N 95, 673b; monogr.]
II-5
|
| 34304 |
volwassen, mannelijk varken (ongesneden) |
beer:
biǝr (Q007p Eisden),
bīr (Q007p Eisden),
bīǝr (Q007p Eisden)
|
De benamingen in dit lemma duiden op het volwassen, ongesneden, mannelijk varken. Opgaven voor het volwassen, ongesneden, mannelijk varken die beantwoorden aan de woordtypen berg en barg zijn verplaatst naar het lemma ''gesneden mannelijk varken'' (1.2.2). Zie afbeelding 1. [N 19, 7; RND 46 en 84; S 2; A 4, 4a; L 1a-m; L 20, 4a; L 37, 49d; L 14, 12; JG 1a, 1b; monogr.]
I-12
|
| 27804 |
voorbereiding |
préparatoire:
préparatoire (Q007p Eisden
[(Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden])
|
Werken in een koollaag die worden uitgevoerd na de ontsluiting maar vóór de winning. "Verzamelnaam voor alles wat en iedereen die zich bezighoudt met de voorbereidende ondergrondse werken tot het winnen van de kolen" (Vanwonterghem pag. 180). [N 95, 167; monogr.; Vwo 627; Vwo 843]
II-5
|
| 27806 |
voorbereidingsploeg |
ploeg van de prep:
plōx van dǝ prɛp (Q007p Eisden
[(Eisden)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
ploeg van de préparatoire:
plōx van dǝ prepǝratwār (Q007p Eisden
[(Eisden)]
[Eisden])
|
[N 95, 177; N 95, 176; monogr.]
II-5
|
| 23905 |
voorgeborchte |
voorgeborchte:
vöargebörgte (Q007p Eisden)
|
Het voorgeborchte van de hel [vörgebörchte]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 23384 |
voorgeborchte van de biechtstoel |
voorgeborchte:
väörgebörgte (Q007p Eisden, ...
Q007p Eisden)
|
Dat gedeelte van de biechtstoel, waar de biechteling neerknielt [voorgeborchte?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 27933 |
voorgespannen kap |
guide(n):
gidǝ (Q007p Eisden
[(Eisden)]
[Wilhelmina])
|
Kap die bij voorgedreven betimmering wordt gebruikt en die gedragen wordt door de aan de reeds bestaande ondersteuning bevestigde voorspanbalken. [N 95, 363; monogr.]
II-5
|
| 17747 |
voorhoofd |
kop:
de oajers van z`ne kop (Q007p Eisden),
ster:
star (Q007p Eisden)
|
de aderen van zijn voorhoofd [ZND 19 (1936)] || ster (voorhoofd) [ZND 07 (1924)]
III-1-1
|
| 22216 |
voorhoofd (9) |
kopke:
ko^e^pke (Q007p Eisden)
|
kopje [N 93 (1983)]
III-3-2
|