e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eisden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
volk (mensen) volk: folk (Eisden) volk [RND] III-3-1
volle wagen volle: volle (Eisden  [(Eisden)]   [Maurits]) [N 95, 673b; monogr.] II-5
volwassen, mannelijk varken (ongesneden) beer: biǝr (Eisden), bīr (Eisden), bīǝr (Eisden) De benamingen in dit lemma duiden op het volwassen, ongesneden, mannelijk varken. Opgaven voor het volwassen, ongesneden, mannelijk varken die beantwoorden aan de woordtypen berg en barg zijn verplaatst naar het lemma ''gesneden mannelijk varken'' (1.2.2). Zie afbeelding 1. [N 19, 7; RND 46 en 84; S 2; A 4, 4a; L 1a-m; L 20, 4a; L 37, 49d; L 14, 12; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
voorbereiding préparatoire: préparatoire (Eisden  [(Eisden)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) Werken in een koollaag die worden uitgevoerd na de ontsluiting maar vóór de winning. "Verzamelnaam voor alles wat en iedereen die zich bezighoudt met de voorbereidende ondergrondse werken tot het winnen van de kolen" (Vanwonterghem pag. 180). [N 95, 167; monogr.; Vwo 627; Vwo 843] II-5
voorbereidingsploeg ploeg van de prep: plōx van dǝ prɛp (Eisden  [(Eisden)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), ploeg van de préparatoire: plōx van dǝ prepǝratwār (Eisden  [(Eisden)]   [Eisden]) [N 95, 177; N 95, 176; monogr.] II-5
voorgeborchte voorgeborchte: vöargebörgte (Eisden) Het voorgeborchte van de hel [vörgebörchte]. [N 96D (1989)] III-3-3
voorgeborchte van de biechtstoel voorgeborchte: väörgebörgte (Eisden, ... ) Dat gedeelte van de biechtstoel, waar de biechteling neerknielt [voorgeborchte?]. [N 96A (1989)] III-3-3
voorgespannen kap guide(n): gidǝ (Eisden  [(Eisden)]   [Wilhelmina]) Kap die bij voorgedreven betimmering wordt gebruikt en die gedragen wordt door de aan de reeds bestaande ondersteuning bevestigde voorspanbalken. [N 95, 363; monogr.] II-5
voorhoofd kop: de oajers van z`ne kop (Eisden), ster: star (Eisden) de aderen van zijn voorhoofd [ZND 19 (1936)] || ster (voorhoofd) [ZND 07 (1924)] III-1-1
voorhoofd (9) kopke: ko^e^pke (Eisden) kopje [N 93 (1983)] III-3-2