23934 |
zondag houden |
zondag houden:
zôndeg hawwe (Q007p Eisden),
zondag vieren:
zôndeg vère (Q007p Eisden)
|
De zondag houden/vieren/eerbiedigen/heiligen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
18670 |
zondagse kleren |
beste kleren:
bestə kleͅijər (Q007p Eisden)
|
zondagse kleren [t sondagsdinge] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
23339 |
zonde |
zonde:
zonde (Q007p Eisden),
zunj (Q007p Eisden)
|
Een zonde [zund, zung]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
18890 |
zonder opzet |
zonder erg:
soo-ungər erg (Q007p Eisden)
|
zonder bedoeling [ZND 34 (1940)]
III-1-4
|
18342 |
zool van een schoen |
lap:
lap (Q007p Eisden)
|
zool van een schoen [N 24 (1964)]
III-1-3
|
28991 |
zoom |
zoom:
zǫwm (Q007p Eisden)
|
De omgeslagen en vastgenaaide rand aan een stuk weefsel of een kledingstuk. Volgens Het Beste Naaiboek (pag. 290) zijn er drie soorten zomen: de omgeslagen zoom, de valse zoom en de apart aangezette zoom. Zie afb. 38. [N 62, 14a; L 8, 126; Gi 1.IV, 15; MW; S 46; monogr.]
II-7
|
34620 |
zoom in de huif |
schuif:
šȳf (Q007p Eisden)
|
Open zoom in de huif, waardoor een koord loopt waarmee men de huif kan vastsjorren. [N 17, 75]
I-13
|
21324 |
zuinig |
scherp:
ē is sū šeͅrp (Q007p Eisden)
|
Hij is zo spaarzaam (nauwziend, hij houdt het bijeen, en andere uidrukkingen met dezelfde betekenis). [ZND 07 (1924)]
III-3-1
|
34181 |
zuiveren |
navuilen:
navuilen (Q007p Eisden)
|
Afscheiding blijven geven na het kalven, gezegd van de koe. [N 3A, 58]
I-11
|
33618 |
zuring, groente |
surelle:
sureͅl (Q007p Eisden)
|
Zuring, zurkel als groente gekweekt [Goossens 1b (1960)]
I-7
|