28386 |
een brok steenkool |
klot:
klot (Q007p Eisden
[(Eisden)]
[Eisden])
|
Een dikke brok steenkool. [N 95, 464; monogr.]
II-5
|
24014 |
een communie-examen afnemen |
catechismus opvragen:
de kattekismus opvraoge (Q007p Eisden)
|
Een godsdienstexamen afnemen vóór de eerste H. Communie, "uitzetten"[oeszetse]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
29088 |
een draad om het knoopsgat naaien |
omwerpen:
omwɛrpǝ (Q007p Eisden)
|
Een draad om het knoopsgat naaien tegen het uitrafelen. [N 59, 139]
II-7
|
21988 |
een duif bovenaan de deelnemerslijst zetten |
eerste inzet:
ĭĕrste inzat zètten (Q007p Eisden)
|
een duif bovenaan die lijst zetten (om te suggereren dat ze de meeste kans maakt op een goede uitslag)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21995 |
een duif op een kortere afstand laten vliegen |
terugtrekken:
trôêktrèkken (Q007p Eisden)
|
een duif op een kortere afstand laten vliegen dan voorheen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
34532 |
een ei |
ei:
ē̜i̯ (Q007p Eisden),
ęi̯ (Q007p Eisden),
ęi̯. (Q007p Eisden),
eitje:
ēkǝ (Q007p Eisden)
|
[L 1a-m; L 3, 8; L 5, 79; L 26, 13b; L 30, 18b; L 35, 7; JG 1b; RND 123; Vld.; monogr.]
I-12
|
23950 |
een gelofte doen |
gelofte doen:
gelofte doen (Q007p Eisden)
|
Een gelofte doen, afleggen bijv. om op bedevaart te gaan [gelaove, jelobe]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
21991 |
een hoog bedrag op één duif zetten |
goed poulen (<fr.):
ôên doef good poelen (Q007p Eisden)
|
Hoe heten de volgende combinatiemogelijkheden bij het inleggen/inzetten: een hoog bedrag op één duif zetten? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
19855 |
een huis huren |
huren:
hyrə (Q007p Eisden),
ø͂ͅrə (Q007p Eisden)
|
een huis huren [ZND 27 (1938)]
III-2-1
|
21911 |
een jong pas uit het ei |
jongetje:
jungske (Q007p Eisden)
|
een jong pas uit het ei? [N 93 (1983)]
III-3-2
|