34312 |
fokzeug |
baggenzoog:
bagǝzō.x (Q007p Eisden),
kweekzoog:
kwēksōx (Q007p Eisden),
zoog:
zō.x (Q007p Eisden)
|
Zeug die men houdt om biggen te winnen. [JG 1a, 1b; N M, 22 add.; monogr.]
I-12
|
21559 |
fooi |
fooi:
drinkgeld
fòei (Q007p Eisden)
|
fooi [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|
34119 |
forsgebouwde koe |
paardsbeest:
pɛi̯rsbīǝs (Q007p Eisden)
|
[N 3A, 141a]
I-11
|
21556 |
fortuin maken |
fortuin maken:
Ai zal fortuun makə (Q007p Eisden)
|
Fortuin. [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|
33528 |
framboos |
flamboos:
flamboēs (Q007p Eisden)
|
framboos [ZND 34 (1940)]
I-7
|
24084 |
franciscaan |
bruine pater (lat.):
broene pater (Q007p Eisden),
franciscaan:
pater Fransciskaan (Q007p Eisden)
|
Een Franciscaan of Minderbroeder [bruine pater, de Broune, Minnebroor, broene paater]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
18784 |
franje |
franjel:
fraanjele (Q007p Eisden),
(mv)
frānjǝlǝ (Q007p Eisden)
|
Hoe noemt U een randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden (franje?)? [N 62 (1973)] || Randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden. [N 62, 59; MW; S 9; monogr.]
II-7, III-1-3
|
21555 |
frankrijk |
frankrijk:
W⁄r əbbən in Frankrièk gəzetə (Q007p Eisden)
|
Wij hebben in Frankrijk gezeten. [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|
27684 |
frisdrankenhuisje |
melkbar:
melkbar (Q007p Eisden
[(Eisden)]
[Zwartberg, Eisden])
|
Gebouwtje waar melk, limonade, haringen, sigaretten, sprits en pruimtabak te koop zijn. [N 95, 6 add.; N 95A, 15]
II-5
|
27733 |
front |
front:
front (Q007p Eisden
[(Eisden)]
[Maurits])
|
Het uiteinde of de zijde van de mijngang die in het gesteente of in de steenkoollaag vooruitgedreven wordt. Werkfront in het algemeen. [N 95, 10; N 95, 398; monogr.; Vwo 329]
II-5
|