25141 |
gieten, hard regenen |
gieten:
dich geetst, hä goot, gegote
geeten (Q007p Eisden),
sprotsen:
t water sjpots troèt
sjpots (Q007p Eisden)
|
gieten, gutsen [ZND 25 (1937)] || gutsen [ZND 24 (1937)]
III-4-4
|
19688 |
gieter |
spuit:
spuit (Q007p Eisden, ...
Q007p Eisden)
|
gieter [ZND 01 (1922)], [ZND 01 (1922)]
III-2-1
|
20949 |
gist |
gist:
ges (Q007p Eisden),
gęs (Q007p Eisden)
|
Door het feit dat de vragen niet alle even genuanceerd waren gesteld, komen er woorden voor die zowel moderne droge gist als natte gist als zuurdeeg aanduiden. Het zuurdeeg blijkt volgens sommige informanten (L 291, Q 35) voor het bereiden van zwartbrood of roggebrood gebruikt te worden, terwijl de gist of "heffe" voor witbrood wordt aangewend. [N 29, 22; LB 2, 234; monogr.; JG 1b, add.; S 10; L 1a-m; L 2, 21a; Gi; A 22, 2] || gist, dikwijls door brouwerijen geleverd (Fr. levure) [ZND 02 (1923)]
II-1, III-2-3
|
18687 |
glacé |
glac (fr.):
glases (Q007p Eisden)
|
handschoenen van glanzend leer, glacés [N 23 (1964)]
III-1-3
|
24987 |
glad, glijdend |
glad:
glaat (Q007p Eisden, ...
Q007p Eisden)
|
glad [ZND 01 (1922)], [ZND 24 (1937)]
III-4-4
|
23380 |
glas-in-loodraam |
glas-in-loodraam:
glaas in loeëdraam (Q007p Eisden),
glaas-in-loeëdraom (Q007p Eisden),
glas-in-loodvenster:
glaas in loeëdvinster (Q007p Eisden),
glaas-in-loeëd vinster (Q007p Eisden)
|
Een glas-in-loodraam. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
22376 |
glijbaan |
roetsjbaan:
/
rojtsbaan (Q007p Eisden),
rootsbaan (Q007p Eisden),
schuifaf:
/
schuuf-aaf (Q007p Eisden)
|
glijbaan [SND (2006)]
III-3-2
|
17853 |
glijden |
kaaien:
kijje (Q007p Eisden),
kɛjje (Q007p Eisden)
|
hoe noemt men: op het ijs glijden (zonder schaatsen) [ZND 14 (1926)] || slieren (op het ijs glijden zonder schaatsen) [ZND 06 (1924)]
III-1-2
|
18879 |
glimlachen |
greilachen:
wnt V, 644: greien: krijten, schreien
grielache (Q007p Eisden),
grijnslachen:
grinslache (Q007p Eisden)
|
hoe zegt ge "glimlachen"in uw dialect ? Bestaat er geen woord om dit "stil lachen"uit te drukken, geef dan op door welke omschrijving men dit weergeeft. [ZND 39 (1942)]
III-1-4
|
23922 |
god de vader |
god:
God (Q007p Eisden)
|
God de Vader. [N 96D (1989)]
III-3-3
|