e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

Gevonden: 4790
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
einde, wiek roede: ruj (Eksel) Elk van de vier hekwerken die vroeger gemonteerd werden op een dunne balk die aan de twee borsten werden vastgemaakt. Het woordtype roede, eigenlijk de balk waarop het hekken bevestigd wordt, wordt in een groot aantal plaatsen -totum pro parte- ook voor de gehele wiek gebruikt. Zie ook afb. 34 en de toelichting bij het lemma ɛroedeɛ.' [N O, 1g; Sche 28; A 42A, 62; A 42A, 63; monogr.; N O, 6b; N O, 6c] II-3
eis van de aanklager aanklacht: oánklacht (Eksel) de eis van de aanklager over de op te leggen straf [ticht] [N 90 (1982)] III-3-1
ekster ekster: ekster (Eksel), èkster (Eksel, ... ), jan: jan (Eksel) ekster [ZND 01 (1922)] || ekster (46 overal bekende zwart-witte vogel met lange flodderstaart; broedt in grote stevige takkennesten hoog in hoge bomen (populieren vaak tam gemaakt [N 09 (1961)] III-4-1
eksteroog ekstersoog: ekstersoe`g (Eksel) Likdoorn: pijnlijke hoornachtige verharding van de opperhuid met een naar binnengekeerde punt, meestal aan de tenen (eksterenoog, weer, weeroog, likdoorn). [N 84 (1981)] III-1-2
el, maat van 0,69 m el: el (Eksel) de maat die een lengte aangeeft van 68 cm [el, mut] [N 91 (1982)] III-4-4
elastiek elastiek: ɛlastik (Eksel) Band- of koordvormig stuk gummi. Elastiek komt voor als enkele draad of als gevlochten of geweven band, in verschillende breedten, en het kent vele toepassingen. [N 59, 42; N 62, 61; L 34, 86; MW; monogr.] II-7
elektriciteit elektriek: eletriek (Eksel) electriciteit [ZND 34 (1940)] III-2-1
elektrische tram elektrieken tram: eletrieken tram (Eksel) Een electrische tram. [ZND 34 (1940)] III-3-1
ellende (lijden) miserie: miezerie (Eksel) een rampzalige, zeer beklagenswaardige toestand [ellende, miserie] [N 85 (1981)] III-1-4
ellendig ellendig: ellendig (Eksel) ellende lijdend [katijvig, ellendig] [N 85 (1981)] III-1-4