24165 |
grote lijster |
boshaan:
boshoan (L353p Eksel),
klijster:
klienster (L353p Eksel)
|
grote lijster || grote lijster (27 forse vogel; vlekken vallen meer op dan bij zanglijster [019]; krachtige vlucht; ook op trek; broedt tegenwoordig ook bij woningen; luide zang en nest lijken op merel [018]; roep is hard geratel [N 09 (1961)]
III-4-1
|
21803 |
grote ruzie? |
ambras (<fr.):
Van Dale: ambras (<Fr.), 2. drukte, ophef, poeha.
ambras (L353p Eksel)
|
een grote ruzie [hora, bal] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
19502 |
grote schoonmaak |
grote poets:
groeëte poets (L353p Eksel),
groête poets (L353p Eksel),
grutte poets (L353p Eksel, ...
L353p Eksel,
L353p Eksel,
L353p Eksel)
|
Hoe noemt u de najaarsschoonmaak? [N105 (2000)] || Hoe noemt u de voorjaarsschoonmaak? [N105 (2000)]
III-2-1
|
22675 |
grote trom |
grosse caisse (fr.):
grosse-caisse (L353p Eksel),
groͅs-kɛs (L353p Eksel),
grote trom:
grutte trom (L353p Eksel)
|
een grote trom [trombol] [N 112 (2006)] || Een grote trom [trombol]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
22676 |
grote trom met bekkens |
grosse caisse (fr.):
groschaise (L353p Eksel),
grosse-caisse (L353p Eksel),
grosse caisse (fr.) met schels:
groͅs-kɛs mit sche.ls (L353p Eksel)
|
een grote trom met bekkens [djingel] [N 112 (2006)] || Een grote trom met bekkens [djingel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
24857 |
grote weegbree |
hondsribbe:
Spelling: "fonetiek-dialect"= Frings
hondsribben (L353p Eksel)
|
Grote weegbree (plantago major 10 tot 50 cm groot. Alle bladeren staan in een wortelrozet en zijn bijna eirond of eivormig, de bladeren parallelnervig en langgesteeld; de bloemen bevinden zich in lange cilindrische aren, de bloemkroon is vliezig, en bru [N 92 (1982)]
III-4-3
|
18872 |
gruwelijk |
erg:
ps. Algemene note: Het omspellen van het Eksels dialect is misschien niet helemaal correct (geen spellingslijst daarvoor ik heb het bij benadering omgespeld!
erəx (L353p Eksel)
|
grote schrik opwekkend, afschuwwekkend [erg, gruwelijk, ijselijk] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18834 |
guitig |
koek:
kuuk (L353p Eksel)
|
vrolijk plagend of op overmoedige wijze grappig [farsig, guitig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21331 |
gulden |
gulden:
inə gələ (L353p Eksel)
|
een gulden [ZND A1 (1940sq)]
III-3-1
|
23267 |
gulden mis |
gulden mis:
guldenmis (L353p Eksel)
|
De mis op quatertemperwoensdag van de Advent, guldenmis, noodmis [julde maes]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|