e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hurken (zich) hukken: hoeken (Eksel, ... ), op zijn hukken gaan zitten: op zijn hoeken gon zitten (Eksel), zich op zijn hukken zetten: hij zedde zich op z`n hooken (Eksel) hij hurkte neer [ZND 01u (1924)] || hurken, op zijn ~ gaan zitten [N 10 (1961)] III-1-2
hutselen rammelen: rammele (Eksel), rammelen (Eksel), ramələ (Eksel) schudden van het geld voordat men het opgooit [hutselen, uteren] [N 112 (2006)] || Schudden van het geld voordat men het opgooit [hutselen, uteren]. [N 88 (1982)] III-3-2
huurpenning drinkgeld: driŋkgɛ̄lt (Eksel), godspenning, enz.: WNT: werdel - wordel, weerdel, werrel, warrel, weddel -, 1) Spinschijfje, b) Een derg. voorwerp als onderpand of teeken van contract gegeven bij het aangaan van een dienstverplichting (en bij feitelijke indiensttreding omgeruild tegen het drinkgeld, de godspenning vand. ook: drinkgeld, fooi, godspenning.  weurel (Eksel) huurpenning (aan dienstboden gegeven) [ZND B2 (1940sq)] || Wordt er aan de nieuwe dienstboden een handgeld gegeven? Hoe heet dit? meepenning [ZND 01u (1924)] III-3-1
huurrijtuig taxi: taxi (Eksel) een huurrijtuig [fiaker] [N 90 (1982)] III-3-1
huwelijk trouw, de -: trouw (Eksel) de plechtigheid waarbij het samenleven van een man en een vrouw wettelijk geregeld wordt [huwelijk, trouw, trouwerij] [N 87 (1981)] III-2-2
huwelijksafkondigingen roepen: roepen (Eksel) De huwelijksafkondigingen, huwelijksgeboden, de "roepen", de "geboden". [N 96D (1989)] III-3-3
huwelijksexamen ondertrouw: ondertrouw (Eksel) Het huwelijksexamen bij de pastoor. [N 96D (1989)] III-3-3
huwelijksmis trouwmis: trouwmès (Eksel) De huwelijksmis, bruidsmis [broedsmaes]. [N 96D (1989)] III-3-3
hypotheek hypotheek: hypotheek (Eksel) de geldsom die verstrekt wordt op een onderpand bestaande uit bijv. onroerend goed [hypotheek, rippeteek] [N 89 (1982)] III-3-1
identiteitskaart eenzelvigheidskaart: eenzelvigheidskoa-w-ert (Eksel) de gelegaliseerde kaart waaruit iemands identiteit blijkt [identiteitsbewijs, indentie-bewijs, eenzelvigheidsbewijs] [N 90 (1982)] III-3-1