34658 |
instapgreep |
houvasten:
hɛvastǝn (L353p Eksel)
|
Elk van de ijzeren greep naast de deur van het rijtuig, die het instappen vergemakkelijken. [N 101, 19]
I-13
|
23605 |
introïtus |
introtus (<lat.):
introitus (L353p Eksel)
|
De intredezang, introïtus, door het koor gezongen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21867 |
inzet |
aanbod:
oa⁄nbod (L353p Eksel),
vraagprijs:
vroagpries (L353p Eksel)
|
de inzet door de verkoper gedaan om de prijs op te voeren op een veiling [schut, buurmansschut] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
22328 |
inzet bij het spel |
pot:
pot (L353p Eksel),
poͅt zɛttə (L353p Eksel),
zaad:
zaad (zoad) (L353p Eksel),
zooëd (L353p Eksel),
zaai:
NB zui doën: samen winst en verlies delen.
zui (L353p Eksel)
|
het geheel van wat door elk van de spelers in een partijtje op het spel gezet is [pot, zaad, zwik] [N 112 (2006)] || Het geheel van wat door elk van de spelers in een partijtje op het spel gezet is [pot, zaad, zwik]. [N 88 (1982)] || Zaad, inzet bij spel.
III-3-2
|
20827 |
inzouten |
zouten:
zaau̯ten (L353p Eksel)
|
zouten [ZND 08 (1925)]
III-2-3
|
17593 |
iris |
kindje:
kɛənəkə (L353p Eksel),
PLAATS: De informant geeft als gehucht Kiefhoek op.
kèneke (L353p Eksel),
oogappel:
oeëgappel (L353p Eksel)
|
Iris: het gekleurde gedeelte van het oog waarin zich de pupil bevindt (iris, oogappel). [N 106 (2001)] || Iris: het gekleurde gedeelte van het oog waarin zich de pupil bevindt. [N 84 (1981)]
III-1-1
|
23514 |
jaargetijde |
jaargetijde:
joargetei (L353p Eksel),
jaarmis:
joaermes (L353p Eksel),
joormes (L353p Eksel)
|
Een mis op de verjaardag van iemands overlijden, jaardienst, jaargetijde, jaargedachtenis [jörgentij, joaërgedechnis?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21851 |
jaarmarkt |
jaarmarkt:
joarmêrt (L353p Eksel)
|
de markt die elk jaar op een vaste tijd wordt gehouden [foor, jaarmarkt] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
18705 |
jacquetjak |
jacquet (<fr.):
zjeket (L353p Eksel, ...
L353p Eksel)
|
jak in jacquetvorm [seketjek] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18566 |
jacquetpak |
jacquet (<fr.):
zjekét (L353p Eksel, ...
L353p Eksel)
|
jacquetkostuum, bestaande uit zwarte slipjas, vest en gestreepte broek [sjeket, seket] [N 23 (1964)]
III-1-3
|