24176 |
jong en kaal vogeltje adj. |
kaak:
kaak (L353p Eksel),
kwak:
kwaak (L353p Eksel),
nog niet vlug:
nog nie vlug (L353p Eksel),
pas uit:
pas oet (L353p Eksel)
|
een jonge vogel die nog niet kan vliegen (kakjong) [N 83 (1981)] || een pas uitgebroed vogeltje (kwabbeke) [N 83 (1981)] || nog geen veren hebbend, gezegd van jonge vogels ( maaibloot, paddebloot) [N 83 (1981)] || nog niet in staat om te vliegen, gezegd van jonge vogels (kak, kwak) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
24338 |
jong van een dier |
jong:
WLD
jònk (L353p Eksel)
|
Hoe noemt u het jong van een dier (jonk, jonkie, welp, wulp, kakerd, kakernest) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
34314 |
jong varken |
bag:
bax (L353p Eksel),
big:
(mv)
begǝ (L353p Eksel),
varkentje:
vɛrkskǝ (L353p Eksel)
|
Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.]
I-12
|
34551 |
jonge gans |
gans:
gau̯s (L353p Eksel)
|
De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.]
I-12
|
34481 |
jonge kip |
pul:
pøl (L353p Eksel)
|
Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.]
I-12
|
23569 |
jonge koorzanger |
zangertje:
zaengerke (L353p Eksel),
zengerke (L353p Eksel)
|
Een jeugdige koorzanger, zangertje, koraaltje. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
20314 |
jonge vrouw |
jong wicht:
jonk wicht (L353p Eksel)
|
jonge vrouw [kuie, koje, keuje] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
20365 |
jongen met wie een meisje verkering heeft |
vrijer:
vrij-j-er (L353p Eksel),
vrijer (L353p Eksel, ...
L353p Eksel)
|
de jongen met wie men verkering heeft [caprice, flip, vrijer] [N 115 (2003)], [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20380 |
jongen met wie men verloofd is |
vrijer:
vrij-j-er (L353p Eksel)
|
verloofde [mannelijk] [caresseur] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
18702 |
jongensblouse |
blouson (fr.):
bloezon (L353p Eksel, ...
L353p Eksel)
|
jongensblouse, ruime bovenkledingstuk met band of elastiek in de taille [N 23 (1964)]
III-1-3
|