23066 |
kegelspel add. |
kavelen:
Die 1-2-3 X een negen had.
kaavelen (L353p Eksel)
|
?
III-3-2
|
19664 |
kelder |
kelder:
keͅldər (L353p Eksel)
|
kelder [RND]
III-2-1
|
23293 |
kelk |
kelk:
in keͅlk (L353p Eksel),
kellek (L353p Eksel, ...
L353p Eksel),
kellik (L353p Eksel, ...
L353p Eksel)
|
De heilige vaten, het liturgisch vaatwerk [kelken, cibories, monstrans]. [N 96A (1989)] || De kelk, de misbeker [kelk, kelch, mèskelk?]. [N 96B (1989)] || Een kelk. [ZND A1 (1940sq)]
III-3-3
|
23545 |
kelkdoekje |
doekje:
duske (L353p Eksel),
kelkdoekje:
kellikdukske (L353p Eksel, ...
L353p Eksel)
|
Het kelkdoekje [kelkduukske, -deukske, kelchduchsje?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23546 |
kelklepeltje |
kelklepeltje:
kelliklippelke (L353p Eksel),
lepeltje:
lippelke (L353p Eksel)
|
Het kelklepeltje. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24181 |
kemphaan |
kemphaan:
kemphoan (L353p Eksel)
|
kemphaan (29 alleen langs de rivieren in weiland; mannetjes hebben in het voorjaar bonte veerkragen en houden gezamenlijke schijngevechten [N 09 (1961)]
III-4-1
|
21283 |
kerel |
kerel:
inə kɛ̄rəl (L353p Eksel),
kɛ.rəl (L353p Eksel)
|
een kerel [ZND B1 (1940sq)] || kerel [RND]
III-3-1
|
29111 |
keren |
draaien:
drɛǝn (L353p Eksel),
drẽ̜ (L353p Eksel)
|
Als men heen en weer ploegt, moet men aan het einde van iedere voor het (de) paard(en) met de ploeg laten draaien, om langs de juist geploegde voor verder te ploegen. Bij de modernere wentelploegen wordt bij het draaien het dubbele ploeglichaam omgekeerd. Bij de oude keerploeg moest men bij het keren het riester en gewoonlijk ook het kouter omzetten. [N 11, 63; N 11A, 98f + 98g + 123c; JG 1a; div.; monogr.] || Omkeren van de stof van een oud kledingstuk, zodat het er weer fatsoenlijk uitziet. In L 27, 74 is gevraagd naar het keren van een jas. [N 59, 190b; N 62, 21a; L 27, 74; MW]
I-1, II-7
|
23214 |
kerk |
kerk:
en hūg kerk (L353p Eksel),
in k(tm)rik (L353p Eksel),
kerk (L353p Eksel),
keͅrek (L353p Eksel)
|
De kerk, het kerkgebouw [kèrk, krèk, kirk, kirch]. [N 96A (1989)] || Een hoge kerk. [ZND A2 (1940sq)] || Een kerk. [ZND A1 (1940sq)]
III-3-3
|
23368 |
kerkbank |
bank:
baank (L353p Eksel, ...
L353p Eksel)
|
Één zon bank. [N 96A (1989)]
III-3-3
|