e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

Gevonden: 4790
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
balein balein: belijn (Eksel) balein uit het korset [N 25 (1964)] III-1-3
balkenbrij kruipuit: krápū.t (Eksel), krépôêt (Eksel) balkenbrij [Goossens 1b (1960)] || Balkenbrij (bombaalie?) [N 16 (1962)] III-2-3
balorig koppig: koppig (Eksel) niet naar raad willen luisteren [balorig, balsturig, netelig, kriemelig, balkjorig, koppig, kwaad] [N 85 (1981)] III-1-4
balzak beurs: bors (Eksel, ... ), buidel: biegel (Eksel), piszak: piszak (Eksel), zak: zak (Eksel, ... ), Gemeen.  zak (Eksel), zeikzak: zeekzak (Eksel) balzak, scrotum [zak, beurs] [N 10c (1995)] III-1-1
bandelier van de suisse band: baand (Eksel) De bandelier van de suisse waarop de woorden: Eerbied in Gods huis. [N 96B (1989)] III-3-3
bandiet bandiet: bandiet (Eksel) een gewelddadige schurk [bandiet, schobbert, schobbejak, deugniet, boelmaker] [N 90 (1982)] III-3-1
bandschort met borststuk voorbindseltje: veurbinselke (Eksel) schort met borststuk en schouderbanden [schortel, scholk, sjutsel] [N 24 (1964)] III-1-3
bang schouw: schouw (Eksel) een min of meer beredeneerde vrees van iets hebbend [bang, schouw] [N 85 (1981)] III-1-4
bangerik bangeschijter: bange schieter (Eksel), schouwe lummel: schauwe lummel (Eksel), schouwerik: schouwerik (Eksel) bangerik [schiethoes] [N 07 (1961)] || Bloodaard, bangerik, enz. [ZND 05 (1924)] || iemand die altijd bang is [bloodaard, coion, bangerik] [N 85 (1981)] III-1-4
barensweeën aan de gang zijn: ’t is ónne gang (Eksel), het water is gebroken: het wátter is gebrooke (Eksel), ween: de weeje zien begost (Eksel) Barenswee: periodieke pijnen die voorafgaan aan het baren (poos). [N 115 (2003)] III-2-2