25109 |
koude noordenwind, bijs |
scherpe wind:
scherpe wind (L353p Eksel)
|
koude noorderwind [bies] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
18124 |
koudvuur |
koudvuur:
kaad vuur (L353p Eksel, ...
L353p Eksel),
kaat vuur (L353p Eksel),
vuur:
vuur (L353p Eksel, ...
L353p Eksel)
|
Koudvuur: versterf van weefsel of lichaamsdelen door afsluiting van de bloedtoevoer; gangreen (vuur). [N 107 (2001)], [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18195 |
kous: algemeen |
kous:
koos (L353p Eksel),
kōs (L353p Eksel, ...
L353p Eksel),
n kousen]:
koos (L353p Eksel),
strump (L353p Eksel),
strump:
afgesneden kous
streunp (L353p Eksel)
|
kous, kousen (mv.) [ZND A1 (1940sq)], [ZND B1 (1940sq)] || kous, lange beenbekleding [haos, hous, sjtrump [N 24 (1964)] || Kous. Wat is de juiste uitspraak van kous (beenbekleding) ? [ZND 47 (1950)]
III-1-3
|
18179 |
kousenband |
kousenband:
koseband (L353p Eksel, ...
L353p Eksel),
kouseband (L353p Eksel),
kōsəbant (L353p Eksel)
|
kousenband [N 07 (1961)], [ZND 01u (1924)], [ZND B1 (1940sq)] || kousenband om het bovenbeen [bendel, binjel haozebendel, ongerbinjel, kousenbendel] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18793 |
kousenmand |
sokkenmand:
zokkemaan (L353p Eksel)
|
mand; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-1-3
|
18794 |
kousenwol |
kousengaren:
kōseͅgōərə (L353p Eksel)
|
Wollen garen voor het breien van kousen (saai, sajet) [N 79 (1979)]
III-1-3
|
19621 |
kouter |
kouteren:
kotjǝrǝn (L353p Eksel)
|
Het lange smalle mes dat (achter de voorschaar) aan de ploegboom is bevestigd en dat bij het ploegen de voor vertikaal afsnijdt. [N 11, 31.I.c; N 11A, 85b; JG 1a + 1b; A 26, 4a; L 1 a-m; L 28, 40; Lu 4, 4a; S 19; monogr.]
I-1
|
19231 |
kouwe drukte |
laweit:
ps. Algemene note: Het omspellen van het Eksels dialect is misschien niet helemaal correct (geen spellingslijst daarvoor ik heb het bij benadering omgespeld!
ləwēͅt (L353p Eksel),
tralala:
tra-la-la (L353p Eksel)
|
drukte maken voor niets [N 85 (1981)] || drukte voor niets, kouwe drukte [bezwaai, pehaai, poehaai, behaai] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18678 |
kraag van een kraagmantel |
pelerine (<fr.):
pellerin (L353p Eksel, ...
L353p Eksel)
|
kraag, zeer brede ~ van een kraagmantel (vero) [pellerien] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18271 |
kraagmantel |
pelerine (<fr.):
pellerin (L353p Eksel)
|
damesmantel; inventarisatie vero uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)]
III-1-3
|