18215 |
laars (alg.) |
bot:
bot (L353p Eksel, ...
L353p Eksel)
|
laars [ZND B1 (1940sq)] || laars [bot, steevel, buus, kamasj] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18359 |
laars met sluitriempje |
rijbot:
rijbotte (L353p Eksel)
|
laars waarvan de schacht aan de bovenkant van een verstelbaar sluitriempje is voorzien [rijlaars] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
23658 |
laatste evangelie |
t letste evangjillióm?].:
et leste evangelie (L353p Eksel),
et lesten eevangeelie (L353p Eksel)
|
Het laatste evangelie, het beginmstuk van het evangelie volgens Johannes, dat gelezen werd na de zegen [t lèste evangillie [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23909 |
laatste oordeel |
laatste oordeel:
leste oordieël (L353p Eksel)
|
Het laatste oordeel. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
33089 |
laatste voer |
laatste klatsje:
lęstǝ klɛtskǝ (L353p Eksel)
|
De laatste wagenvracht van de oogst die naar de boerderij wordt gereden. Zie de toelichting bij het lemma ''oogst binnenhalen'' (5.1.1). [L 8, 59]
I-4
|
34581 |
ladderboom |
leerboom:
liǝrbuǝm (L353p Eksel)
|
Elk van de twee balken van een zijladder waartussen zich de sporten bevinden. [JG 1a; JG 1b]
I-13
|
19668 |
lade |
tafellade:
tāfəllōͅi̯ (L353p Eksel)
|
een tafellade (Noordnederl. \'tafella\') [ZND 03 (1923)]
III-2-1
|
27367 |
laden |
laden:
lǭi̯.ǝn (L353p Eksel)
|
De kar laden. Vergelijk ook WLD I, afl. 4, p. 84 ev [JG 1a, 1b; L 37, 14; Wi 33, 39; add. bij N 18]
I-10
|
27854 |
lading |
vracht:
vraxt (L353p Eksel)
|
Datgene wat op de kar of kruiwagen wordt geladen. [JG 1a, 1b; Wi 52; monogr.]
I-10
|
18304 |
lage herenschoen, molière |
platte schoen:
platte schoe’n (L353p Eksel)
|
herenschoenen, lage ~ [N 24 (1964)]
III-1-3
|