e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lage klomp vrouwluiklomp: vrø̜li[klomp] (Eksel) Klomp met een lage en korte kap die slechts het voorste deel van de voet bedekt. Over de klompopening is een leren riem aangebracht die door middel van kleine spijkertjes met platte kop wordt vastgezet. Zie ook afb. 260. Het woord(deel) klomp is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛklompɛ.' [N 24, 70c; monogr.] II-12
lage klomp? vrouwluiklomp: vrällie klomp (Eksel) klomp, lage open ~ met een riem over de wreef [N 24 (1964)] III-1-3
lakschoen laquschoen (<fr.): lakeschoen (Eksel) lakschoenen [gelakkerde sjeun] [N 24 (1964)] III-1-3
lam lam: la.mp (Eksel), schaapje: sxø̜pkǝn (Eksel), sxɛpkǝ (Eksel) Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.] I-12
lammeren lammen: lamǝ (Eksel) Jongen ter wereld brengen, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 67; JG 1a, 1b; L 29, 32; L 1a-m; N C, add.; Vld.; monogr.] I-12
lammetjespap boekweitemeelpap: boegezzemeelpap (Eksel) Pap van boekweitmeel (lemmekespap?) [N 16 (1962)] III-2-3
lampenpit wiek: wiek (Eksel) lampepit van katoen in een petroleumlamp (limet, lemmet, lemment, lemmert) [N 20 (zj)] III-2-1
lancet scherp mesje: scherp meske (Eksel), vlijmscherp mesje: vliêmscherp meske (Eksel) Lancet: plat mesje met fijne punt en zeer scherpe snede, in de chirurgie gebruikt (vlim, lancet, scherp mesje). [N 107 (2001)] III-1-2
landauer koets: koets (Eksel) een vierwielig rijtuig voor vier personen met afzonderlijke beweegbare voor- en achterkap [landauer] [N 90 (1982)] III-3-1
landjeveroveren land afpikken: Spel met twee personen. Op de grond wordt een rechthoekig terrein afgebakend in twee gelijke delen van bijvoorbeeld twee bij drie meter, iedere speler krijgt zijn perceel toegewezen. Afwisselend gooit iedere speler de piek op de grond van de tegenstrever. De piek moet ddan wel rechtop blijven staan. Is dit niet het geval, dan is zijn beurt voorbij. De piek houdt men tussen wijsvinger en middenvinger bij het gooien. Steekt de piek in de grond dan trekt de speler een rechte streep in de zone, in de richting waarnaar de piek overhelt. De speler mag niet in het afgebakend terrein van de tegenstrever gaan staan. Als hij de streep aldus niet volledig kan door trekken, dan is zijn beurt voorbij en het stuk streep wordt uitgewist. Lukt dit wel dan is de afgestreepte zone, gewonnen land wat hij bij het zijne voegt en waarin hij mag gaan staan bij de volgende beurt. Zaak is zoveel mogelijk land in te pikken.  laand aafpiekken (Eksel), land pikken: Spel met twee personen. Op de grond wordt een rechthoekig terrein afgebakend in twee gelijke delen van bijvoorbeeld twee bij drie meter, iedere speler krijgt zijn perceel toegewezen. Afwisselend gooit iedere speler de piek op de grond van de tegenstrever. De piek moet ddan wel rechtop blijven staan. Is dit niet het geval, dan is zijn beurt voorbij. De piek houdt men tussen wijsvinger en middenvinger bij het gooien. Steekt de piek in de grond dan trekt de speler een rechte streep in de zone, in de richting waarnaar de piek overhelt. De speler mag niet in het afgebakend terrein van de tegenstrever gaan staan. Als hij de streep aldus niet volledig kan door trekken, dan is zijn beurt voorbij en het stuk streep wordt uitgewist. Lukt dit wel dan is de afgestreepte zone, gewonnen land wat hij bij het zijne voegt en waarin hij mag gaan staan bij de volgende beurt. Zaak is zoveel mogelijk land in te pikken.  laandpiekken (Eksel), landkaart pikken: Spel met twee personen. Op de grond wordt een rechthoekig terrein afgebakend in twee gelijke delen van bijvoorbeeld twee bij drie meter, iedere speler krijgt zijn perceel toegewezen. Afwisselend gooit iedere speler de piek op de grond van de tegenstrever. De piek moet ddan wel rechtop blijven staan. Is dit niet het geval, dan is zijn beurt voorbij. De piek houdt men tussen wijsvinger en middenvinger bij het gooien. Steekt de piek in de grond dan trekt de speler een rechte streep in de zone, in de richting waarnaar de piek overhelt. De speler mag niet in het afgebakend terrein van de tegenstrever gaan staan. Als hij de streep aldus niet volledig kan door trekken, dan is zijn beurt voorbij en het stuk streep wordt uitgewist. Lukt dit wel dan is de afgestreepte zone, gewonnen land wat hij bij het zijne voegt en waarin hij mag gaan staan bij de volgende beurt. Zaak is zoveel mogelijk land in te pikken.  laandkoaërt piekken (Eksel) Landkaart pieken. III-3-2