e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
maria-lichtmis lichtmis: liechtmis (Eksel), liechtmès (Eksel) 2 februari, Maria Lichtmis, de dag waarop in de kerk kaarsen gewijd worden [Maria-Littemis]. [N 96C (1989)] III-3-3
mariabeeld beeld van het lieve-vrouwtje: bieeld van t leivevrouwke (Eksel), lieve-vrouwbeeld: leive vroëbieeld (Eksel), lieve vroobieeld (Eksel), lieve-vrouwebeeld: lievevrouwenbeeld (Eksel) Een beeld van Maria met of zonder het kind Jezus op de arm. [N 96B (1989)] || Een beeld van Maria, de moeder van Jezus [Moeder Gods, Moeder Godes, Lievevrouwenbeeld, Mariabeeld?]. [N 96A (1989)] III-3-3
marialied lieve-vrouweliedje: leivevrouwelieke (Eksel), marialiedje: marialieke (Eksel) Een Marialied. [N 96B (1989)] III-3-3
markt markt: in mērət (Eksel), mâê.rt (Eksel) een markt [ZND A1 (1940sq)] || markt [RND] III-3-1
marktkraam kraam: ps. omgespeld!  kōͅm (Eksel) een tent, een stalletje op de markt waarin de goederen tentoongesteld zijn [kraam, schob] [N 89 (1982)] III-3-1
marktplein marktveld: mèrtveld (Eksel) het plein in een stad of dorp waar markt gehouden wordt [mert, marktveld] [N 90 (1982)] III-3-1
mars (wbd) korf: kör⁄f (Eksel), mand: maan (Eksel) de mand die een kramer op zijn rug heeft [mars, hot, holfrits] [N 89 (1982)] III-3-1
martelen martelen: martələn (Eksel) martelen [ZND A1 (1940sq)] III-3-1
marter fis: WLD  fis (Eksel), fluwijn: steenmarter ondergebracht bij marter, alg.  fluwijn (Eksel), wezel: WLD  wessel (Eksel) Hoe noemt u een soort marter, tot 48cm lang, met een staart tot 26cm. Het is een slank roofdier met donkerbruine pels en witte borstvlek die tot de binnenzijde van de voorpoten doorloopt (fluwijn) [N 83 (1981)] || Hoe noemt u het slanke roofdiertje, geelbruin tot donkerbruin, met lange dekharen. De kop is spits met grote oorschelpen, het lichaam is lang en lenig. Het heeft een lange staart en korte poten; marter (fluwijn) [N 83 (1981)] || steenmarter [ZND 07 (1924)] III-4-2
masker masker: In het najaar, o.a. met Allerheiligen en Vastenavond. Bieten uithollen en kopfiguren maken. In het donker een kaars daarin laten branden en dat moesten "spoken"voorstellen.  maskers maaken (Eksel), mombakkes: mombakkes (Eksel), ə mŏmbakəs (Eksel) Een masker (vastenavond). [ZND B1 (1940sq)] || Een min of meer naar de vorm van het gezicht gemaakte bedekking die dient om dit onherkenbaar te maken of er een bepaalde gedaante aan te geven [mombakkes, mommegezicht, bambakkes, masker]. [N 88 (1982)] || Masker maken. III-3-2