e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
niks waard niks waard: dat is niks waird (Eksel) Dat is niets waard. [ZND 08 (1925)] III-3-1
nippen nippen: nippen (Eksel) Hoe noemt U: Met kleine beetjes drinken (pisen) [N 80 (1980)] III-2-3
nok vorst: vǫrst (Eksel) De bovenste liggende balk in het dakgebint waartegen de kepers rusten. De nokgording heeft doorgaans een doorsnede van 9,5 x 9,5 cm. Onder nok of vorst verstaat men ook dikwijls het hoogst gelegen gedeelte van een dak, de dakbedekking inbegrepen. Zie ook het lemma 'ruiter' en afb. 49j en 85. [S 41; N 32, 43d; N 54, 161; L 8, 66a; L 12, 9; L B1, 169; monogr.; div.; Vld.] II-9
noodbed, kermisbed beddenzak: bēͅdəzak (Eksel) Bed dat in tijd van nood op de grond wordt opgemaakt (kermisbed, paljas, paljas parterre) [N 79 (1979)] III-2-1
nooddoop nooddoop: noeëddoeëp (Eksel) Een nooddoop, gadoop, geedoop [jieëdoof]. [N 96D (1989)] III-3-3
noodklok grote klok: grutte klok (Eksel) De noodklok, brandklok, alarmklok. [N 96A (1989)] III-3-3
nors stuurs: stuurs (Eksel) onvriendelijk, stuurs, nors, bars [aling, strak, grenniog, stom, bars, stuurs, nors, zuur] [N 87 (1981)] III-3-1
noten afslaan afslaan: afsloən (Eksel) Noten afslaan (boeken, beuken slaan, rammelen, sloesteren). [N 82 (1981)] III-2-3
notendop schulp: schulep (Eksel) De harde huid van een noot (bast, bolster, sloester, schaal, hulster, boost, bluster, boets, schulp, schelp, snoester). [N 82 (1981)] I-7
notulen verslag: verslaag (Eksel) het korte schriftelijke verslag van hetgeen behandeld is in een vergadering [notulen, nouten] [N 90 (1982)] III-3-1