23675 |
op retraite gaan |
op retraite (fr.) gaan:
op retraite goan (L353p Eksel),
op retraite gooen (L353p Eksel)
|
In retraite gaan, in retraite zijn. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
32920 |
op rijen zetten |
optijlen:
ǫptē̜lǝn (L353p Eksel)
|
Het uitgespreide gras dat de eerste droging heeft ondergaan bijeenwerken tot rijen of langwerpige heuveltjes. Het voorwerp van de overgankelijke werkwoorden is steeds: hooi of gras. Wanneer het resultaat van de handeling, i.c. de rij, in het woordtype voorkomt, wordt steeds door middel van (...) verwezen naar de woordtypen van het lemma ''rij, wiers''. Om de vergelijking te vergemakkelijken is in dit lemma dezelfde volgorde van woordtypen of afleidingen daarvan aangehouden als in het lemma ''rij, wiers''. Achter in het lemma staan dan de werkwoorden bijeen die geen formeel verband met de benamingen voor de rij hebben. De kaart bevat de denominatieven van de heteroniemen voor rij, wiers en de werkwoordelijke uitdrukkingen met die heteroniemen, ook geordend zoals in het lemma ''rij, wiers''. [N 14, 100; JG 1b, 1c, 2c; A 10, 18; L 38, 36; monogr.]
I-3
|
22368 |
op stelten lopen |
op krukken lopen:
de jongens loepen op krukken (L353p Eksel),
steltlopen:
stelt lopen (L353p Eksel),
stêltlóppen (L353p Eksel)
|
De jongens lopen op stelten (stok met voetplankje). [ZND 07 (1924)] || Op stelten lopen [stelten]. [N 88 (1982)] || Steltlopen, op stelten lopen.
III-3-2
|
21530 |
op wacht |
op wacht:
oͅp waxt (L353p Eksel)
|
op wacht [ZND A1 (1940sq)]
III-3-1
|
21880 |
opbrengst |
winst:
winst (L353p Eksel)
|
dat wat iets bij verkoping oplevert, de opbrengst [schoor, winst] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
17897 |
opeenschuiven |
opeenschuiven:
opiejen schuiven (L353p Eksel),
opeentassen:
opieën tassen (L353p Eksel),
schuiven:
schuiven (L353p Eksel),
tassen:
tassen (L353p Eksel)
|
Op elkaar schuiven (stroppen, schuiven) [N 108 (2001)] || stroppen: Op elkaar schuiven (stroppen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21548 |
openbare verkoop |
koopdag:
kopdaag (L353p Eksel, ...
L353p Eksel)
|
een openbare verkoping aan de meest biedende; verkoping bij opbod bijv. van huizen, landerijen, groenten en fruit, vis, etc. [roep, veiling] [N 89 (1982)] || openbare verkoping van goederen, huisraad vooral [koopdag, uitroep?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21150 |
openbare weg |
kiezel:
kiezel (L353p Eksel)
|
een grote, doorgaande weg, een openbare straatweg (baan, grootbaan, steenweg, kasseiweg, klinkerd, klinkweg) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18199 |
openbroek met linten |
snelzeiker:
snelzeker (L353p Eksel),
vlugzeiker:
open broek
vlugzeker (L353p Eksel)
|
Broek. Kent uw dialect een ander woord voor "broek"? [ZND 47 (1950)] || vrouwen (onder)broek (vero) met zijsplitten en voorzien van linten in de pijpband waarmee de kousen worden vastgemaakt [boks] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
23457 |
opening in een galmgat |
galmkot:
gallemkooet (L353p Eksel)
|
Elk van de openingen in zon venster [schal-laok,-loch?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|