e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
peulvruchten afhalen uitpeulen: oetpoolen (Eksel) bonen stropen, afhalen [ZND 01u (1924)] III-2-3
peulvruchten doppen peulen: pōlən (Eksel) doppen, peulen (erwten of bonen uit de pel doen) [ZND B2 (1940sq)] III-2-3
peuzelen peuzelen: peuzelen (Eksel) peuzelen; Hoe noemt U: Langzaam en met smaak eten (pluizen, peuzelen) [N 80 (1980)] III-2-3
pezerik pees: pees (Eksel) harde, gedroogde, holle spier of pektouw of touw met knopen als strafwerktuig [looiepees, pezerik, bullepees] [N 90 (1982)] III-3-1
piekeren prakkiseren: prakkezeren (Eksel) over zijn zorgen nadenken [mijmeren, dolleren, prakkezeren, praktiseren, dubben, dromen] [N 85 (1981)] III-1-4
piepen tjielpen: tjielpen (Eksel) een zacht piepend geluid geven, gezegd van vogels (sjirpen, tjilpen, tjerpen) [N 83 (1981)] III-4-1
pijl pijl: pi:əl (Eksel), pijl (Eksel), (pijl)  piel (Eksel) de dunne lichte staaf van hout met een scherpe punt die met een boog naar een doel wordt afgeschoten [pijl, bout, teit, straal, schicht] [N 112 (2006)] || De dunne lichte staaf van hout met een scherpe punt die met een boog naar een doel wordt afgeschoten [pijl, bout, teit, straal, schicht]. [N 88 (1982)] III-3-2
pijn pijn: pên (Eksel), pɛ.in (Eksel) pijn [RND], [ZND 08 (1925)] III-1-2
pijnscheut kramp: krāmp (Eksel), krâmp (Eksel), scheut: scheut (Eksel, ... ), scheût (Eksel), steek: steek (Eksel, ... ) Sterke kriebeling of trekking door pijn veroorzaken (morren). [N 84 (1981)] || Sterke kriebeling of trekking door pijn veroorzaken (morren, scheut, steek, kramp). [N 107 (2001)] III-1-2
pijpenkrul krul: krol (Eksel), pijp: piep (Eksel), piêppen (Eksel), pijpenkrul: piepekrollen (Eksel), piêppekrollen (Eksel), tres: Gevlochten haartjes.  tressen (Eksel) Pijpenkrul. Spiraalvormige haarkrul [pijpenkrul, pijpenlok, papillote] [N 114 (2002)] || spiraalvormige haarkrul [pijpekrul, papillot, paviljot] [N 86 (1981)] III-1-1