e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
krul aardappelziekten:   krøl (Grevenbicht / Papenhoven, ... ), krø̜l (Berg, ... ), krǫl (Bocholtz, ... ), boerenkool:   krol (Tungelroy), broodje:   krol (Valkenburg), Een broodje wat gedraaid of verwrongen wordt gebakken(tek. zie vragenlijst). Wordt meestal gemaakt van deeg die overgebleven is, dus waar geen heel brood meer van te maken is.  kröl (Munstergeleen), broodslot:   krø̜l (Maastricht), haarlok:   kreul (Kerkrade, ... ), krol (Alken, ... ), kròl (Epen, ... ), kròòlg (Posterholt), ⁄n kròl (Geleen), (v.).  kr‧oͅl (Eys), Gekruld.  kròl (Tongeren), ps. invuller twijfelt over het antwoord!  krol ? (Hulsberg), vr.  kr‧oͅl (Ingber), koekje van overgeschoten deeg:   kröl (Munstergeleen), krul in de staart:   kryl (Lutterade), krø̄l (Boorsem, ... ), krø̜l (Heel), kuif:   eng krol ? (Kerkrade), pijpenkrul:   krol (Eksel, ... ), krolle (Maastricht), kroͅl (Lommel), kròl (Maastricht), rafel:   krelle (Bilzen) I-12, I-5, I-7, II-1, III-1-1, III-1-3, III-2-3