e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
roerom meelpap: meelpap (Eksel) roerom; Hoe noemt U: Een gerecht dat bestaat uit meel, gekookt in water of melk, met stroop en vet opgediend (treot, potstroe, ruierom, potjebuul) [N 80 (1980)] III-2-3
roerzeef zij: zɛi̯ (Eksel) zift voor soep of groenten (fr. passoire) [ZND B1 (1940sq)] III-2-1
roest roest: r-oest (Eksel), rust (Eksel) roest [ZND 06 (1924)] || roest (roester) [ZND B2 (1940sq)] III-4-4
roestplek ijzermaal: ezərmōəl (Eksel) Roestplek in het linnen (spot, spit, tikkel, maal, plek, smet) [N 79 (1979)] III-2-1
roestvlek roestplek: rustplɛk (Eksel) roestvlek (in het linnen) [ZND B2 (1940sq)] III-2-1
roet zwart: zwart (Eksel) Het rookzwart dat onder een ketel vastzit (zoet, zwart, roet, kroos) [N 79 (1979)] III-2-1
roezemoezen roezemoezen: Van Dale: roezemoezen, 1. leven, geraas, getier maken; -2. (gew.) een dof, gonzend geluid maken; -3. met bedrijvige drukte en stommelend geluid allerlei kleine bezigheden verrichten, rommelen, scharrelen.  roezemoezen (Eksel) druk praten en fluisteren, gezegd van een groep mensen, roezemoezen [tipselen, strisselen, lispelen] [N 87 (1981)] III-3-1
rogge koren: [koren] (Eksel), rog(ge): rǫgǝ (Eksel) Secale cereale L. Tot in de jaren vijftig het meest geteelde graangewas in Limburg, met uitzondering van Haspengouw, waar tarwe de meest verbouwde graansoort was. Men zaait ongeveer 170 kg rogge per hectare. Het koren-gebied in dit lemma wijkt aanzienlijk af van dat in het lemma ''graan, koren'' (1.2.1); vergelijk de kaarten die bij de lemma''s getekend zijn. Zie voor de benaming koren en voor de fonetische documentatie van het woord [koren] in het gebied waar ''koren'' zowel de algemene benaming alsook de benaming van de rogge is, het lemma ''graan, koren'' (1.2.1). Zie afbeelding 1, a. [JG 1a, 1b; L 34, 55b; L lijst graangewassen, 6; S 30; Wi 52; monogr.; add. uit N 15, 1a] I-4
roggebrood brood: brōēd (Eksel), paardsbrood: pèrsbroe:d (Eksel), roggebrood: roggebroed (Eksel) Kent uw dialect het woord pompernikkel = bepaald soort roggebrood. A.u.b. ook de dialectvorm van uw plaats opgeven en eventueel de betekenis toelichten. [N 16 (1962)] || roggebrood [ZND 34 (1940)] || zwart brood [ZND 01u (1924)] III-2-3
rok als bovenkledingstuk overrok: euverrok (Eksel), schors: schors (Eksel) rok als bovenkledingstuk [aoverrok, bovenrok, booveschort] [N 24 (1964)] III-1-3