e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stoffen pantoffel slof: sloffen (Eksel) sloffen, stoffen pantoffels met slappe zool [N 24 (1964)] III-1-3
stok of twijg om een kind te straffen wisje: wiske (Eksel) een stok of twijg om een kind te straffen [lat] [N 87 (1981)] III-2-2
stola stool (<lat.): stool (Eksel, ... ) De stola, de stool. [N 96B (1989)] III-3-3
stolp kaasstolp: keesstölp (Eksel) kaasstolp [N 20 (zj)] III-2-1
stolp over een heiligenbeeld stolp: stullep (Eksel), støͅlp (Eksel) Een stolp of stulp, een klokvormig glas over een kruis- of heiligenbeeld. [N 96B (1989)] III-3-3
stomverbaasd verpaft: verpaaft (Eksel) zeer verbaasd [verpaft] [N 85 (1981)] III-1-4
stoof, voetenwarmer stoof: met vuurpot  stōf (Eksel) voetbankje [ZND 02 (1923)] III-2-1
stoot stoot: stuǝt (Eksel) Het ijzeren plaatje dat bij winterbeslag tegen het uitglijden vóór onder het hoefijzer wordt geplaatst. In P 174, P 224 en Q 182 was de stoot onbekend, in K 353 werden in plaats van een plaatje één of twee schroeven aan de voorzijde van het hoefijzer bevestigd. [N 33, 357; JG 1a; JG 1b; JG 1d; monogr.] II-11
stootring as: as (Eksel) Verdikking van de as tussen de asarm en het asblok waardoor het wiel op een veilige afstand van het asblok gehouden wordt. De stootring kan met de as worden meegegoten maar er ook als een los element om bevestigd zijn. [N 17, 52 + 54 + add; N 18, 98d + 99; N G, 49a, 53f; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2b; L 20, 20a; L 39, 21 + 22; A 4, 20a; Wi 15; monogr.] I-13
stop stop: stoͅp (Eksel) Voorwerp dat een wastafel afsluit om te voorkomen dat het water wegloopt (stop, stopsel) [N 79 (1979)] III-2-1