23159 |
touwtjespringen |
kloskoordspringen:
/
kloskoor springen (L353p Eksel),
klossenkoordspringen:
klossekoor springen (L353p Eksel),
/
klossekoord springen (L353p Eksel),
koordjespringen:
meisjes: kurke springen (L353p Eksel),
#NAME?
kurteke springen (L353p Eksel),
/
kurke springen (L353p Eksel)
|
/ [SND (2006)] || Lievelingsspel 2. [SND (2006)] || touwtje springen [SND (2006)] || Touwtje springen.
III-3-2
|
18917 |
traag |
lui:
leu (L353p Eksel)
|
niet snel reagerend; langzaam in het handelen [traag, lui] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21818 |
traag praten |
lijzen:
lijzen (L353p Eksel)
|
traag praten [lijzen, zemelen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
19363 |
trage vrouw |
slameur:
slameur (L353p Eksel)
|
een domme trage vrouw [sarut, sara] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
22459 |
traktatie bij het plaatsen van de mei |
kadak:
kadak (L353p Eksel),
ton:
ton (L353p Eksel)
|
de tractatie bij het plaatsen van die tak of vlag [N 112 (2006)]
III-3-2
|
22609 |
traktatie bij het plaatsen van de mei add. |
trakteren (<lat.):
trakteren (L353p Eksel)
|
De tractatie bij het plaatsen van die tak of vlag. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22486 |
traktatie van de bruidegom (kwansel) |
drinken:
drinken (L353p Eksel),
drinkens:
drinkes (L353p Eksel),
driŋkəs (L353p Eksel),
ton:
ton (L353p Eksel)
|
de tractatie van de bruidegom aan de jongelingen in zijn buurt [kwansel] [N 112 (2006)] || De tractatie van de bruidegom aan de jongelingen in zijn buurt [kwansel]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22512 |
traktatie van jonggehuwden |
drinkens:
drinkes (L353p Eksel)
|
De tractatie van jonggehuwden aan de buurt [lepik, dourt, hertlooi]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
19852 |
tralie |
tralie:
tralie (L353p Eksel)
|
een ijzeren tralie [ZND 08 (1925)]
III-2-1
|
17731 |
tranende ogen |
leepogen:
leep ōēëge (L353p Eksel),
waterogen:
woateroeëge (L353p Eksel)
|
oog: tranende ogen [sijp-, siep-, sijper-, seeper-, soep-, leep-, prutooge] [N 10 (1961)]
III-1-1
|