24262 |
veer |
pluim:
plom (L353p Eksel)
|
veer: elk der huidbekleedsels van een vogel bestaande uit een buisje dat aan weerszijden baarden en baardjes draagt (pluim, veer) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
21182 |
veerpont |
veerboot:
veerboot (L353p Eksel)
|
het vaartuig dat dient om voertuigen, personen enz. over een rivier te voeren [pont, veer, pomp, overzet, overzetter, overlaat, vlot] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23659 |
veertigurengebed |
veertigurengebed:
firtig uuren gebed (L353p Eksel)
|
Het veertigurengebed: de drie dagen = veertig uur durende aanbidding van het uitgestelde Allerheiligste, gehouden b.v. tijdens de carnavalsdagen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
34267 |
veestapel |
vee:
viǝ (L353p Eksel)
|
Al het vee dat op een boerenbedrijf aanwezig is. Vergelijk het lemma ''vee'' (13.11) in deze aflevering. [JG 1a, 1b]
I-11
|
34282 |
veevoer verzamelen |
plukken:
pløkǝn (L353p Eksel)
|
Het plakken, trekken, steken of snijden van veevoer. Veevoer kan bestaan uit groenvoer, rapen, gras of gewassen als lupinen en serradella. Het verzamelen van veevoer kan dus bestaan uit verschillende handelingen. Object als "groenvoer", "konijnenvoer", "gras" e.a. zijn niet gedocumenteerd. Zie ook het lemma ''knollen uittrekken'' (2.2.6) in aflevering wld I.5. [N Q, 11c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 36, 65; monogr.]
I-11
|
19431 |
vegen, keren |
keren:
kēərən (L353p Eksel),
kīrən (L353p Eksel)
|
de vloer vegen, keren (zonder water) [ZND 34 (1940)] || Door strijken met een bezem, borstel van stof reinigen (keren, vegen, wissen, vagen) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
34244 |
vel op gekookte melk |
lies:
lis (L353p Eksel),
līs (L353p Eksel)
|
Het vlies dat ontstaat bij afkoeling van gekookte melk. [N 6, 16; L 6, 16; L 14, 23; A 39, 7b]
I-11
|
20943 |
vel op melk |
lies:
lis (L353p Eksel),
ook mat. van ZND 14, vr. 23
lies (L353p Eksel),
līs (L353p Eksel),
liesje:
ook mat. van ZND 14, vr. 23
līskən (L353p Eksel),
slip:
slep (L353p Eksel),
vel:
vɛl (L353p Eksel)
|
velletje dat op de melk komt bij het koken [ZND B2 (1940sq)] || velletje op melk [ZND 06 (1924)]
III-2-3
|
24919 |
veld, open land |
veld:
vēͅlt (L353p Eksel)
|
veld [ZND A1 (1940sq)]
III-4-4
|
21742 |
veldfles |
veldfles:
veldfles (L353p Eksel)
|
een fles die men op mars meeneemt om er onderweg uit te kunnen drinken [veldfles, bobbelke] [N 90 (1982)]
III-3-1
|