id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
17924 | verfrommelen | verfrommelen: verfrommelen (Eksel) | Frommelen, verfrommelen: kreukels maken in bijv. een zakdoek (frommelen, fommelen, fronselen). [N 84 (1981)] III-1-2 |
21836 | vergadering | bijeenkomst: bie-j-enkomst (Eksel) | ter vergadering bijeengekomen zijn, vergaderen [garen, gaderen] [N 87 (1981)] III-3-1 |
19251 | vergeetachtig | vergeetachtig: vergeetechtig (Eksel) | zwak van geheugen, niet goed kunnende onthouden [vergetelijk, vergeetachtig] [N 85 (1981)] III-1-4 |
19250 | vergeetachtig persoon | vergeetkous: vergeetkoos (Eksel) | een vergeetachtig persoon, iemand die telkens dingen vergeet [vergeetmuts, lapschaai] [N 85 (1981)] III-1-4 |
18054 | vergiftigen | vergeven: vergeeven (Eksel), vergeven (Eksel), vergiftigen: vergiftigen (Eksel, ... ) | Vergiftigen: door vergif doden (vergeven, vergiftigen). [N 107 (2001)], [N 84 (1981)] III-1-2 |
21412 | verhaal | verhaal: lank verhoa⁄l (Eksel) | een uitvoerig verhaal [teel] [N 87 (1981)] III-3-1 |
21152 | verharde weg | steenweg: stiwigt (Eksel) | een verharde weg (klinkerd, kunstweg, kalsij, kalseide) [N 90 (1982)] III-3-1 |
20533 | verhitten | opwarmen: opwermen (Eksel) | verhitten; Hoe noemt U: Voedsel warm maken (loteren) [N 80 (1980)] III-2-3 |
21660 | verhogen | opslaan: op geslagen (Eksel) | verhogen, iets in prijs ~ [opsteken? b.v. de eieren zijn opgestoken?] [N 21 (1963)] III-3-1 |
21726 | verhoren | ondervragen: ondervrogen (Eksel) | iemand ondervragen in een zaak voor de rechter [verhoren, overhoren, onderhoren] [N 90 (1982)] III-3-1 |