| 17924 |
verfrommelen |
verfrommelen:
verfrommelen (L353p Eksel)
|
Frommelen, verfrommelen: kreukels maken in bijv. een zakdoek (frommelen, fommelen, fronselen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 21836 |
vergadering |
bijeenkomst:
bie-j-enkomst (L353p Eksel)
|
ter vergadering bijeengekomen zijn, vergaderen [garen, gaderen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
| 19251 |
vergeetachtig |
vergeetachtig:
vergeetechtig (L353p Eksel)
|
zwak van geheugen, niet goed kunnende onthouden [vergetelijk, vergeetachtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 19250 |
vergeetachtig persoon |
vergeetkous:
vergeetkoos (L353p Eksel)
|
een vergeetachtig persoon, iemand die telkens dingen vergeet [vergeetmuts, lapschaai] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 18054 |
vergiftigen |
vergeven:
vergeeven (L353p Eksel),
vergeven (L353p Eksel),
vergiftigen:
vergiftigen (L353p Eksel, ...
L353p Eksel,
L353p Eksel)
|
Vergiftigen: door vergif doden (vergeven, vergiftigen). [N 107 (2001)], [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 21412 |
verhaal |
verhaal:
lank verhoa⁄l (L353p Eksel)
|
een uitvoerig verhaal [teel] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
| 21152 |
verharde weg |
steenweg:
stiwigt (L353p Eksel)
|
een verharde weg (klinkerd, kunstweg, kalsij, kalseide) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 20533 |
verhitten |
opwarmen:
opwermen (L353p Eksel)
|
verhitten; Hoe noemt U: Voedsel warm maken (loteren) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 21660 |
verhogen |
opslaan:
op geslagen (L353p Eksel)
|
verhogen, iets in prijs ~ [opsteken? b.v. de eieren zijn opgestoken?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
| 21726 |
verhoren |
ondervragen:
ondervrogen (L353p Eksel)
|
iemand ondervragen in een zaak voor de rechter [verhoren, overhoren, onderhoren] [N 90 (1982)]
III-3-1
|