23762 |
vigilie |
vigilie (<lat.):
vigilie (L353p Eksel)
|
De avond vóór een kerkelijke feestdag [vigilie, heiligavond]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
21537 |
vijf centiem |
knabje:
knepke (L353p Eksel),
(5 centimes).
knépken (L353p Eksel),
5 ct.
knɛpkə (L353p Eksel)
|
dialectnamen van de kleinste geldstukken (met waarde) [ZND B2 (1940sq)] || een muntstuk van vijf centimes (in België) [solleke, knepke, halve sol] [N 89 (1982)] || rolletje centen of kwartjes of andere munten [knappert, lok?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21542 |
vijf frank |
paardsoog:
5 fr.
ə pɛrsūg (L353p Eksel)
|
dialectnamen van de kleinste geldstukken (met waarde) [ZND B2 (1940sq)]
III-3-1
|
23739 |
vijf wonden van christus |
vijf wonden:
vijf wonden (L353p Eksel),
vijf woon (L353p Eksel)
|
De vijf wonden, de kruiswonden van Christus [de vunnef wónde?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21538 |
vijfentwintig centiem |
kwart:
kwart (L353p Eksel),
ps. invuller heeft niet duidelijk genoteerd waar dit bij hoort (a of b?).
kwart (L353p Eksel, ...
L353p Eksel),
kwartje:
25 ct.
ə kwart(jə) (L353p Eksel)
|
dialectnamen van de kleinste geldstukken (met waarde) [ZND B2 (1940sq)] || een muntstuk van 25 centimes (in België) [kwartje] [N 89 (1982)] || koperen of bronzen geldstukken [rode loop?] [N 21 (1963)] || nikkelen of witmetalen geldstukken [N 21 (1963)]
III-3-1
|
20894 |
vijg |
vijg:
vijg (L353p Eksel)
|
De eetbare, zoete, vlezige vrucht van de vijgeboom (vijg, smeerlap, vijgedaal). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
24961 |
vijver |
wijer:
węjǝr (L353p Eksel)
|
Kleine, natuurlijke of (meest) gegraven, vaak omsloten waterplas. Vroeger groef men vaak vijvers om er vis in te houden. Tegenwoordig is de vijver vaak een deel van een park- of tuinaanleg. [R 7, 18; S 40; A 20, 1e; L 8, 47; monogr.]
I-8
|
24386 |
vin |
vin:
WLD
vin (L353p Eksel)
|
Hoe noemt u het min of meer waaiervormige voortbewegingsorgaan van een vis, op de rug, borst en buik en aan de staart (vin, vlim) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
17825 |
vinden |
vinden:
vinə (L353p Eksel)
|
vinden [ZND A1 (1940sq)]
III-1-2
|
17768 |
vinger |
vinger:
inə viŋər (L353p Eksel),
viŋər (L353p Eksel)
|
een vinger [znd A1 (1940sq)] || vinger [RND]
III-1-1
|