e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

Gevonden: 4790
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bomgat, spongat bom: bom (Eksel) De opening in de zijwand van een vat, waardoor het gevuld kan worden. Zie ook het lemma ɛspongatɛ in wld II.2, pag. 44.' [N E, 48a; N 6, 4; L 7, 28; A 36, 3a; monogr.] II-12
bonenkruid bonenkruid: boënekroed (Eksel, ... ) Bonenkruid, het geurige kruid dat bij de tuinbonen of andere peulvruchten gevoegd wordt (keule, keul, kuil, kruid, heume, bonenkruid, kuun, keune). [N 82 (1981)] I-7, III-2-3
bonnet mutsje: mutske (Eksel) De bonnet van de priester. [N 96B (1989)] III-3-3
bont als apart kledingstuk pels: péls (Eksel, ... ) bont, zachtharig dierenvel (das, vos, e.d.) als los kledingstuk [poes, pels, mansjel] [N 23 (1964)] III-1-3
bont en blauw slaan blauw en groen slaan: blō ɛn gRüün gəslāgən (Eksel) bont en blauw geslagen [RND] III-1-2
bont geruite langwerpige omslagdoek neusdoek: nuzzik (Eksel) omslagdoek, bont geruite langwerpige (stola-achtige) ~ voor meisjes [bonte nuzzik] [N 25 (1964)] III-1-3
bonte kraai bonte kraai: bonte krèe (Eksel) kraai, bonte — III-4-1
bonte specht, specht grote bonte specht: grutte bonte specht (Eksel), specht: speͅxt (Eksel) specht [ZND 07 (1924)] || specht, bonte — III-4-1
bontkraag pelsen kraag: pélse kraag (Eksel), pélsekraag (Eksel) kraag van bont [N 23 (1964)] III-1-3
bontmantel pelsen jas: pélse jas (Eksel), pélsejas (Eksel) bontmantel [N 23 (1964)] III-1-3